Examentraining 4TL

Examentraining 4TL
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Examentraining 4TL

Slide 1 - Slide

1 - Klassikaal

In deze Lesson up
- Wat heb je nodig?
- CE Engels
- Lezen
- Soorten vragen
- Tips
- Voorbereidingen
- Oefenen examen (Facet)
- Samenvatting Tips
- Any Questions?

2 - Zelfstandig 




4VMBO GL/TL Engels 2022 examenvariant


! Later afmaken (Thuis/School) mbv examenblad.nl of mbv
https://www.examenoverzicht.nl/vmbo/tl-gl/engels/oefenexamens

Slide 2 - Slide

Wat heb je nodig?
  • Woordenboek Engels/Nederlands voorziet school

Slide 3 - Slide

CE ENGLISH
  • Lezen


Slide 4 - Slide

Lezen
  • Per tekst een of meerdere vragen; afhankelijk van de lengte van de tekst.  
  • Meerkeuze vragen
  • Wel/Niet - Juist/onjuist vragen
  • Tekst markeren

Slide 5 - Slide

Lezen
Leesstrategieën:
1. Globaal lezen: een algemene indruk 
2. Intensief lezen: specifieke/gedetailleerde informatie
3. Zoekend lezen: specifieke informatie/data/getallen

--> Afhankelijk van de vraag 

Slide 6 - Slide

Meerkeuze vragen
  • Eén antwoord is goed, tenzij anders aangegeven.
  • Leest eerst de vraag goed; zo weet je wat en waar je het moet zoeken. 
  • Lees alleen de stukken tekst die je nodig hebt om de vraag te beantwoorden.
  • Lees altijd alle antwoorden, voordat je een keuze maakt.
  • Werk dan alle antwoorden een voor een af.
  • Eén antwoord kun je in de meeste gevallen al wegstrepen.
  • Laat je niet afschrikken door moeilijke woorden.
  • Let op synoniemen; woorden die hetzelfde betekenen

Slide 7 - Slide

Beweringsvragen (wel/niet/juist/onjuist)
  • Kies steeds een antwoord
  • Leest eerst de vraag goed; zo weet je wat en waar je het moet zoeken. 
  • Behandel de beweringen  stuk voor stuk. 
  • Tip: negatieve alinea = meestal negatief antwoord & andersom. 
  • Let goed op eventuele signaal woorden en woorden die een zin positief of negatief maken. 

Slide 8 - Slide

Tips gebruik woordenboek
* Als je ieder woord dat je niet kent opzoekt, kom je tijd tekort

* Gebruik altijd een woordenboek: 
- Als je een woord in de vraag niet kent
- Als je een woord in een antwoord niet kent
- Als je een stuk van de tekst niet begrijpt, doordat je een woord niet kent

Slide 9 - Slide

Algemene tips
  • Zorg dat je uitgerust bent, maar gooi niet ineens je dag-/nachtritme om.
  • Blijf niet te lang hangen bij een vraag; je kunt altijd later terug.  
  • Hou de tijd in de gaten.
  • Zoek niet alle woorden op in je woordenboek
  • Controleer goed of je alle vragen hebt beantwoord. 
  • Heb vertrouwen!

Slide 10 - Slide

Voorbereiding: 
- Leren: Examenidioom (ItsLearning » Engels » Examentraining & WRTS)
- Leren/Bestuderen: Lijst onregelmatige werkwoorden (ItsLearning » Engels » Examentraining)
- Bestuderen: Stappenplan Lezen & Kijk-/Luisteren (ItsLearning » Engels » Examentraining)

Ga veel Engels lezen en Engels luisteren (Boek(en), Diataal materiaal, Facet (zie link ItsLearning» Engels » Examentraining), BBC Newsround, Series, Films, Documentaires, Podcasts, Blogs, Vlogs etc.)

Slide 11 - Slide

Facet 
oefenen.facet.nl --> 4 VMBO KB engels 2022
Dyslexie: rechtermuisknop voor voorleesfunctie.

Slide 12 - Slide

Samenvatting Tips
1) Begin met de makkelijkere teksten.
2) De vragen staan op volgorde in de tekst.
 3) Wel/Niet of Juist/Onjuist vragen staan ook op volgorde in de tekst. (niet genoemd? dan is het antwoord niet/onjuist)
4) Er is altijd één fout antwoord dat heel erg lijkt op het goede antwoord.
5) Er is altijd maar EEN goed antwoord. Als je denkt dat er twee goed zijn, kies dan het antwoord dat het vaakst wordt genoemd in de tekst.
6) Het is oké wanneer je meerdere vragen achter elkaar dezelfde letter hebt (A, A, A, A etc.)
7) Als je niet kan kiezen, bepaal dan welke antwoorden FOUT zijn. 

Slide 13 - Slide

Samenvatting Tips
8) Twijfel niet aan jezelf. Blijf bij je eerste antwoord.
9) Volg de instructies zoals gegeven.
10) Schrijf duidelijk.
11) Open vragen beantwoordt je in het Nederlands. Citeer vragen beantwoord je in het Engels.
12) Geef geen vage antwoorden.
13) Als je drie redenen moet geven voor een antwoord, gebruik dan 'bullet points'
14) Tijd bijna op? Gok de antwoorden van de onbeantwoordde vragen

Slide 14 - Slide

Any Questions?
Zijn er nog vragen?

Slide 15 - Slide