This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
6.3 Wolken en neerslag
Slide 1 - Slide
Planning
Herhaling vorige paragrafen
Instructie 6.3
Oefenen met opgaven
Evaluatie
Slide 2 - Slide
Je leert:
Hoe bewolking ontstaat
hoe verschillende soorten neerslag ontstaan.
Slide 3 - Slide
Wat is het koudste ?
A
10 °C
B
-10 °C
C
253 Kelvin
D
400 K
Slide 4 - Quiz
Meneer Celsius maakte de voor ons bekende thermometer met hulp van
A
Meneer Fahrenheit
B
ijs
C
zijn lichaamstemperatuur en het koudste wat hij had in zijn laboratorium
D
smeltend ijs in water dat hij 0 graden noemde
Slide 5 - Quiz
paragraaf 3
Wolken en neerslag
Slide 6 - Slide
Herhaling
Slide 7 - Slide
Hoe onstaat een wolk?
De zon verwarmt het zeewater, het vloeibare water verandert in waterdamp. Als de lucht met waterdamp afkoelt, treedt er condensatie op en ontstaat er een wolk
Hoe onstaat neerslag in een wolk?
Neerslag ontstaat als miljarden zwevende druppeltjes en ijsdeeltjes in wolken aan elkaar gaan kleven. Ze worden te zwaar en vallen naar beneden.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Stapelwolken ontstaan door warme
lucht die uitzet. Bij het dauwpunt
gaan de lucht condenseren
(vlakke onderkant)
maar de bellen warme lucht stijgen nog verder, zo stapelen de wolken zich op.