P3-les7-Representatie en representativiteit

Wat weten we nog van de vorige keer?
Wat is het verschil tussen sociale en politieke instituties?
1 / 19
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Wat weten we nog van de vorige keer?
Wat is het verschil tussen sociale en politieke instituties?

Slide 1 - Slide

Wat willen we vandaag bereiken?
- We staan stil bij de oorlog in Oekraine
- Je maakt kennis met 
representatie en representativiteit.
- Je snapt het verschil tussen 
representatie en representativiteit.


Slide 2 - Slide

KERNCONCEPT Sociale institutie (2)

Een (1) van min of meer geformaliseerde (2) die het
(3) van mensen en hun onderlinge (4) reguleren.

Slide 3 - Open question

KERNCONCEPT Representatie (1)
De                                         van een              in (politieke)                                door één of enkele                          die namens de groep optreden.
vertegenwoordiging
              groep
        organisaties
        betrokkenen

Slide 4 - Drag question

KERNCONCEPT Representativiteit (1)
De mate waarin de (politieke)                   , de                                                  of achtergrondkenmerken van vertegenwoordigers                               met die van de groep die                                     wordt.
vertegenwoordigd
            besluiten
      standpunten
        overeenkomen

Slide 5 - Drag question

3

Slide 6 - Video

04:08
Zou de NAVO/Europese landen moeten ingrijpen in deze oorlog, door militaire troepen te sturen?
A
JA
B
NEE
C
Weet ik niet

Slide 7 - Quiz

07:28
Vind jij dat Nederland miljoenen meer geld moet investeren in defensie?
A
JA
B
NEE
C
Weet ik niet

Slide 8 - Quiz

01:19
Wat is volgens jou de reden dat Rusland Oekraïne aanvalt?

Slide 9 - Open question

Representatie
De vertegenwoordiging van een groep in (politieke) organisaties 
door één of enkele betrokkenen die namens de groep optreden.

Bijvoorbeeld de volksvertegenwoordiging:
De leden van de Tweede Kamer zijn gekozen 
door het Nederlandse volk. 
Ieder kamerlid vertegenwoordigt ruim 
60.000 mensen (kiezers). 



Slide 10 - Slide

Representativiteit
De mate waarin de (politieke) besluiten, de standpunten of achtergrondkenmerken van vertegenwoordigers overeenkomen 
met die van de groep die vertegenwoordigd wordt.

In welke mate komt het besluit van Groot-Brittannie om uit de EU 
te stappen overeen met de wensen van de burgers in Groot-Brittannie? 

In welke mate komen de besluiten van de Nederlandse regering 
overeen met de wensen van de gemiddelde Drent? 

Slide 11 - Slide

Leg het verschil tussen representatie en representativiteit uit met een zelf bedacht voorbeeld.


Slide 12 - Open question

In hoeverre komt het besluit van Poetin om Oekraine aan te vallen overeen met de wensen van de burgers in Rusland?

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Slide

De 5 functies van politieke partijen
1. Rekrutering en selectie (het rekruteren en voordragen van kandidaten voor politieke functies;  
2. Articulatie (het op de politiek agenda plaatsen van maatschappelijke eisen en 
wensen); 
3. Participatie (het interesseren van staatsburgers voor deelname aan politieke besluitvormingsprocessen); 
4. Aggregatie (het tegen elkaar afwegen en bij elkaar brengen van wensen, eisen en belangen); 
5. Communicatie (als intermediair tussen over overheid en burger; tussen kiezers en gekozenen).

Slide 15 - Slide

1. Rekrutering en selectie (het rekruteren en voordragen van kandidaten voor politieke functies;   
2. Articulatie (het op de politiek agenda plaatsen van maatschappelijke eisen en  
wensen);  
3. Participatie (het interesseren van staatsburgers voor deelname aan politieke besluitvormingsprocessen);  
4. Aggregatie (het tegen elkaar afwegen en bij elkaar brengen van wensen, eisen en belangen);  
5. Communicatie (als intermediair tussen over overheid en burger; tussen kiezers en gekozenen).

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Sociale institutie
Politieke institutie
Socialisatie
Politieke socialisatie
Proces van overdracht en verwerving van cultuur
Proces van politieke overdracht en verwerving van cultuur
Regels over hoe mensen met elkaar omgaan.
Regels over hoe macht verdeeld en uitgeoefend wordt.

Slide 18 - Drag question

Affectieve bindingen
Cognitieve bindingen
Economische bindingen
Politieke bindingen
Afhankelijkheden die te maken hebben met de verdeling van macht en collectieve goederen.
Afhankelijkheden die te maken hebben met positieve en
negatieve gevoelens van mensen voor elkaar.
Afhankelijkheden die te maken hebben met de productie
en distributie van schaarse goederen
Afhankelijkheden die te maken hebben met het feit dat
mensen van en aan elkaar leren.

Slide 19 - Drag question