Woordenschat H4

Welkom!
Vandaag: verder met Woordenschat H4:
zoek een tegenstelling.

Doe mee met LessonUp! 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Vandaag: verder met Woordenschat H4:
zoek een tegenstelling.

Doe mee met LessonUp! 

Slide 1 - Slide

woordenschat: tegenstelling

Slide 2 - Slide

type tegenstelling

Slide 3 - Slide

signaalwoorden bij  tegenstelling

Slide 4 - Slide

Geef het correcte voorvoegsel
A
on-legaal
B
a-legaal
C
il-legaal
D
im-legaal

Slide 5 - Quiz

Geef het correcte voorvoegsel
A
inproductief
B
aproductief
C
onproductief
D
improductief

Slide 6 - Quiz

Geef het correcte voorvoegsel
A
onrelevant
B
irrelevant
C
arelevant
D
imrelevant

Slide 7 - Quiz

Geef het correcte voorvoegsel
A
oncorrect
B
ircorrect
C
acorrect
D
incorrect

Slide 8 - Quiz

Nakijken

Slide 9 - Slide

Opdracht 1 woordenschat

Slide 10 - Slide

Bespreken opdracht 2
We bespreken opdracht 2 klassikaal. 

Slide 11 - Slide

Opdracht 2 
1/2 1 leken ↔ deskundigen
2 recente ↔ oude
3 mentale ↔ fysieke
4 misvatting ↔ opvatting
5 inactieve ↔ die veel bewegen
6 irrelevante ↔ belangrijke
7 essentiële ↔ bij-
8 fitte ↔ luie

Slide 12 - Slide

Versterking bijvoeglijke naamwoorden
Je kunt woorddelen gebruiken om de betekenis van een woord groter of aanweziger te maken. 
Denk bijvoorbeeld aan een woord als doodmoe

Slide 13 - Slide

Met welk woorddeel zou je -lelijk kunnen versterken?

Slide 14 - Mind map

Tegenstelling in uitdrukking

Slide 15 - Slide

Zij zijn vrienden voor het leven en delen lief en ... met elkaar
A
lust
B
laag
C
leed
D
lijden

Slide 16 - Quiz

Wij slaan ons met vallen en ... een weg door de lockdown.
A
opstaan
B
opkrabbelen
C
omvallen
D
verbinden

Slide 17 - Quiz

Aan de slag
Maak opdracht 4, 5 en 7 van Woordenschat H4 (blz 116).
Dit is huiswerk voor morgen!

Slide 18 - Slide