6.4 - Meer of minder productie?

Welkom, wat fijn dat jullie er zijn!

Bij binnenkomst
Stap 1: Jas uit op de gang
Stap 2: Eten/drinken weg & kauwgom/lolly uit.
Stap 3: Open je boek op blz. 173 en open je schrift voor een opdracht.




1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom, wat fijn dat jullie er zijn!

Bij binnenkomst
Stap 1: Jas uit op de gang
Stap 2: Eten/drinken weg & kauwgom/lolly uit.
Stap 3: Open je boek op blz. 173 en open je schrift voor een opdracht.




Slide 1 - Slide

Dit gaan we doen deze les
  1. Uitleg paragraaf 6.3 laatste leerdoel
        " Je kunt met een marktaandeel de afzet (of omzet) 
           berekenen."
  1. Uitleg paragraaf 6.4 deel 1
  2. Zelfstandig werken 

Slide 2 - Slide

Leerdoelen 6.4

Slide 3 - Slide

Hoe sterk sta jij op de markt?
-Marktaandeel is jouw eigen afzet  in procenten van de totale afzet op de markt.
-Afzet zijn het aantal producten die je hebt verkocht
-Totale markt is altijd 100%!
Stap 1: Maak opgave 9 op blz. 171
Stap 2: Maken 6.3 op  blz. 177
Stap 3: Maken 6.3 op blz. 179
timer
3:00

Slide 4 - Slide

Verschil in kosten
Stap 1: Maak opgave 1 t/m 3 op blz. 172
Stap 2: Maken 6.4 op  blz. 177
Stap 3: Maken 6.4 op blz. 179
timer
5:00
Kostprijs: hoeveel het kost om één product te produceren.
Je berekent hem als volgt:
Stap 1: Vaste kosten + totale variabele kosten (totale kosten)
Stap 2: Totale kosten : totaal aantal geproduceerde stuks.

Slide 5 - Slide

Grenzen aan de productie
De productie kan toenemen door:
  • grotere productiecapaciteit
  • hogere arbeidsproductiviteit

De productiecapaciteit is de maximale hoeveelheid die 
een bedrijf kan produceren.
De productiecapaciteit wordt bepaald door:
  • het aantal medewerkers
  • het aantal uren dat zij werken
  • de hoeveelheid kapitaalgoederen (zoals machines)




Stap 1: Maak opgave 3 t/m 9 op blz. 172
Stap 2: Maken 6.4 op  blz. 177
Stap 3: Maken 6.4 op blz. 179
timer
3:00

Slide 6 - Slide

Meer produceren met evenveel mensen
Arbeidsproductiviteit is de productie per persoon in een bepaalde tijd.

De arbeidsproductiviteit kan toenemen door:
  • nieuwe technologie: automatisering, betere machines
  • scholing van het personeel
  • betere arbeidsverdeling
  • prestatieloon
  • betere arbeidsomstandigheden

Hogere arbeidsproductiviteit → lagere kostprijs per product.


Stap 1: Maak opgave 8 & 9 op blz. 174
Stap 2: Maken 6.4 op  blz. 177
Stap 3: Maken 6.4 op blz. 179
timer
3:00

Slide 7 - Slide

Rekening houden met mens en milieu

Slide 8 - Slide

Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen
Maatschappelijk verantwoord ondernemen =
bedrijven houden bij hun productie rekening met de gevolgen voor mens en milieu.

Bijvoorbeeld:
  •  productie met hergebruik van materialen
  • gebruik van schone energie
  • vermindering van afval
  • schoner vervoer
  • goede arbeidsomstandigheden
  • fatsoenlijk loon




Stap 1: Maak opgave 10 & 11 op blz. 175
Stap 2: Maken 6.4 op blz. 178
Stap 3: Maken 6.4 op blz. 180
timer
1:00

Slide 9 - Slide

Zelfstandig werken
Stap 1: Maak opgave 10 & 11 op blz. 175
Stap 2: Maken blz. 183 opgave 23 & 24
Stap 3: Maken leerdoelensamenvatting
Stap 4: Maken blz.178-179
Stap 5: Maken blz. 176
Stap 6: Maken blz. 180-181
timer
12:00

Slide 10 - Slide

Afschrijvingskosten 
De aanschafprijs van een machine is €50.000. De machine gaat 8 jaar mee. De restwaarde is €12.500. Wat zijn de afschrijvingskosten per jaar?

Slide 11 - Slide

Afschrijvingskosten 
De aanschafprijs van een machine is €50.000. De machine gaat 8 jaar mee. De restwaarde is €12.500. Wat zijn de afschrijvingskosten per jaar?

Slide 12 - Slide

Verkoopprijs
a. De inkoopprijs van een spijkerbroek is €40. De brutowinstopslag is 130%. Bereken de verkoopprijs van een spijkerbroek.

b. De btw is 21%. Hoeveel is de consumentenprijs?

Slide 13 - Slide

Brutowinstopslag
De inkoop van een zonnebril is €21,50. De verkoopprijs is €40.
a. Bereken het bedrag van de brutowinstopslag.
b. Bereken hoeveel procent dat is van de inkoopprijs?

Slide 14 - Slide

BTW
a. De verkoopprijs is €219. De btw is 21%. Hoeveel euro is 
    de btw?

b. De consumentenprijs is €34,99. Btw is 21%. Hoeveel euro is de btw?

Slide 15 - Slide

Hoeveel is de omzet in het evenwichtspunt?

Slide 16 - Slide

Brutowinst & nettowinst
De verkoopprijs van een spijkerbroek is €80. Je verkoopt er in de maand april 750. De inkoopprijs van een spijkerbroek is €25. Verder heb je aan kosten:
-personeel: €3500
-huur: €1600
-overige kosten: €2700

a. Bereken de brutowinst
b. Bereken het nettoresultaat. Heb je winst of verlies?

Slide 17 - Slide

Arbeidsproductiviteit
Je werkt samen met drie beste vrienden bij post NL. Jullie pakken per week 3600 pakketjes in. Jullie werken 3 dagen per week en 6 uurtjes per dag. Wat is de arbeidsproductiviteit per uur?

Slide 18 - Slide