P1B1 kleurencirkel

RETAIL PRAKTIJK
1 / 38
next
Slide 1: Slide
RetailMBOStudiejaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

RETAIL PRAKTIJK

Slide 1 - Slide

KLEUREN 
Doel

Niv 1 Assisteert bij de verwerking van goederen en/of producten
(K 1)
  • Kan inpak-, verpakkings- en presentatietechnieken toepassen

Niv 2 Verkoopt en handelt de verkoop af (K 2)
  • Kan presentatietechnieken hanteren

Slide 2 - Slide

Waarom moet je iets weten over kleur in de retail?

Slide 3 - Mind map

WAT GAAN WE DOEN?
  • Wat vragen over kleur (voorkennis activeren).
  • Informatie.
  • Kleurencirkel verven.
  • Informatie.
  • Quizziz over kleur

Slide 4 - Slide

Kleuren worden uitgedrukt in RAL
A
waar
B
niet waar

Slide 5 - Quiz

ROGGBIV is
A
de afkorting van de Nederlandse eilanden
B
de afkorting van de regenboog
C
Losse letters bij elkaar
D
het scrabble woord met de hoogste woordwaarde

Slide 6 - Quiz

Vul in waar jij denkt dat ROGGBIV voor staat

Slide 7 - Open question

De primaire kleuren zijn?
A
rood - geel - oranje
B
rood - geel - blauw
C
rood - blauw - paars
D
blauw - geel - groen

Slide 8 - Quiz

De kleur geel krijg ik door... te mengen
A
blauw + rood
B
oranje + roze
C
geen van de antwoorden is goed
D
groen + blauw

Slide 9 - Quiz

Schrijf 3 koude kleuren op

Slide 10 - Open question

Welke twee kleuren moet ik mengen om oranje te krijgen?

Slide 11 - Open question

rood + geel
primaire kleur
tint
secundaire kleur

Slide 12 - Drag question

Schrijf 3 warme kleuren op

Slide 13 - Open question

ROGGBIV
  • Rood
  • Oranje
  • Geel
  • Groen
  • Blauw
  • Indigo
  • Violet

Slide 14 - Slide

PRIMAIRE KLEUREN 
  • Rood - geel - blauw 
  • (magenta -  cyaan - yellow)
  • Zuivere kleuren
  • Met deze kleuren secundaire kleuren maken

Slide 15 - Slide

SECUNDAIRE KLEUREN
  • Oranje (geel + rood)
  • Paars (blauw + rood)
  • Groen (geel + blauw)
  • Zuivere kleuren
  • Hiermee kun je tertiaire kleuren maken

Slide 16 - Slide

TERTIAIRE KLEUREN
  • Menging van secundaire kleur + primaire kleur.
  • Onzuivere kleuren.

Slide 17 - Slide

TINTEN VS TONEN 
  • Tint = kleur met wit gemengd.
  • Toon =  kleur met zwart gemengd.

  • De bloesem van de kersenboom heeft
    mooie tinten. 
  • Dat schilderij heeft veel tonen. 

Slide 18 - Slide

Zoek op een afbeelding van het ontwerp waar Johannes van Itten bekend om is geworden.

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Video

KLEURENCIRKEL MAKEN
  • Je krijgt een blaadje van je docent met een lege kleurencirkel op.

  • Vraag: welke kleuren verf heb je nodig?

  • 1 student gaat verf pakken en verdelen.
  • 1 student gaat kwasten pakken en verdelen.
  • 1 student gaat bekertjes vullen met water en verdelen.

Jullie krijgen hier maximaal 60 minuten de tijd voor. 
timer
1:00:00

Slide 21 - Slide

JOHANNES VAN ITTEN 
  • kleurencirkel 
  • kleurcontrasten

Slide 22 - Slide

KLEURCONTRASTEN
  • het kleur-tegen-kleur contrast
  • het licht-donker contrast
  • het warm-koud contrast
  • het complementair contrast
  • het simultaan contrast
  • het kwaliteitscontrast
  • het kwantiteitscontrast. 

Slide 23 - Slide

COMPLEMENTAIR CONTRAST
  • Kleuren die tegenover elkaar liggen in de kleurencirkel.
  • Áltijd een primaire + secundaire kleur.
  • Verhouding kan verschillend zijn. 
  • Rood + groen. (1 : 1)
  • Geel + paars (3 : 1)
  • Blauw + Oranje (1 : 2) 

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

CONTRASTEN MAKEN
  • Je krijgt van je docent 3 blaadjes met op elk blaadje 12 vakjes.
  • Per blaadje geef je een complementair contrast weer.
  • Let op dat je de juiste verhouding gebruikt. 
  • 1 student pakt de kleurpotloden en verdeeld deze.
  • 1 student deelt de blaadjes uit.
Je krijgt hier 15 minuten te tijd voor. 
timer
15:00

Slide 26 - Slide

KOUD - WARM CONTRAST
roodviolet (roodpaars)
rood
oranjerood
oranje
oranjegeel
geel
geelgroen
groen
blauwgroen
blauw
violetblauw (paarsblauw)
paars (violet)

Slide 27 - Slide

Zoek 2 x een koud-warm contrast.
Ga binnen school op zoek naar koud warm contrast en upload de foto.
(10 minuten de tijd)
timer
10:00

Slide 28 - Open question

WARME KLEUREN
  • Warme kleuren  maken een grote ruimte gezelliger.
  • Lijkt alsof de ruimte naar je toe komt. 
  • Onderzocht: de ruimte voelt écht warmer aan. 
  • Stimuleren energie en kracht.
  • Te veel warme kleuren kan iemand onrustig van worden.

Slide 29 - Slide

KOUDE KLEUREN
  • Kalmerend effect.
  • Zorgen voor rust en balans.
  • Laten een kleine ruimte groter lijken. 
  • Onderzocht: de ruimte voelt écht kouder aan. 

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide

EXTRA OPDRACHT 1A
  • Download de flexa app
  • Maak een foto van een ruimte op school
  • Bewerk een muur met een koude kleur 
  • Maak een screenshot (deze kun je in de volgende dia inleveren)

Slide 34 - Slide

ZET HIER DE SCREENSHOT VAN EEN MUUR IN EEN KOUDE KLEUR

Slide 35 - Open question

EXTRA OPDRACHT 1B
  • Open de flexa app
  • Gebruik dezelfde foto als zojuist
  • Bewerk dezelfde muur maar nu in een warme kleur
  • Maak een screenshot (je kunt de foto op de volgende pagina inleveren)

Slide 36 - Slide

ZET HIER DE SCREENSHOT VAN EEN MUUR IN EEN WARME KLEUR

Slide 37 - Open question

EXTRA OPDRACHT 2
  • Maak een collage van warme kleuren.
  • Maak een collage van koude kleuren.

Slide 38 - Slide