Voorbereiding luister- en spreekvaardigheid

VOORBEREIDING LUISTERVAARDIGHEID
1 / 41
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 55 min

Items in this lesson

VOORBEREIDING LUISTERVAARDIGHEID

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide


Apunta tres palabras clave importantes

Slide 4 - Mind map

Slide 5 - Slide

otras tres palabras

Slide 6 - Mind map

Wat voor een verassing heeft David Beckham voor zijn vrouw?
A
Hij organiseert een surprise-party voor haar verjaardag.
B
Hij maakt een boek over hun relatie.
C
Hij geeft haar een romantische roman cadeau.

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Naam echtgenote:
Aantal jaren getrouwd:
Aantal kinderen:
Karakter:

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Slide


Apunta tres palabras clave importantes

Slide 11 - Mind map

Slide 12 - Slide

Otras tres palabras

Slide 13 - Mind map

Welke oplossing heeft het restaurant in Barcelona bedacht om de crisis tegen te gaan?
A
Alle soorten koffie zijn 15 cent duurder geworden
B
Ze brengen de ijsklontjes in rekening
C
Alle desserts zijn duurder geworden

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

Welke maatregelen worden nog meer getroffen in sommige restaurants?
A
Alle extraatjes, zoals water bij het eten,worden in rekening gebracht.
B
Er wordt extra belasting geheven op sommige producten, zoals water.
C
Je kunt geen kraanwater meer bestellen, alleen water uit flesjes.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Slide

Hoeveel doelpunten heeft Messi gemaakt?
A
één
B
twee
C
drie
D
vier

Slide 18 - Quiz

voorbereiding mondeling

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Slide 21 - Slide

¿Cómo se llama?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

¿Cómo se llama?

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Slide

¿Cómo se llama?

Slide 26 - Open question

Slide 27 - Link

Slide 28 - Slide

¿Cuál es el número de teléfono?

Slide 29 - Open question

uiterlijk beschrijven

Slide 30 - Slide

postuur
hij / zij is lang / klein / dik / dun > SER
ES ……
(alto/a / bajo/a  / gordo/a  / delgado/a )


Slide 31 - Slide

haar / ogen
 hij / zij heeft blond / rood / bruin / zwart haar  > TENER
hij / zij heeft kort / lang / steil / gekruld haar > TENER
TIENE EL PELO …….
(rubio / rojo / castaño / negro)
(corto / largo / liso / rizado)
           hij / zij heeft bruine / blauwe / groene / zwarte ogen > TENER
TIENE LOS OJOS …….
(marrones / azules / verdes / negros)


Slide 32 - Slide

accessoires
hij / zij heeft (“draagt”) een baard / snor / bril > LLEVAR
LET OP: IN HET SPAANS ZÓNDER “EEN”
LLEVA ….. BARBA / BIGOTE / GAFAS (BRIL IS MEERVOUD!!)


Slide 33 - Slide

kleding
hij / zij draagt een t-shirt / een spijkerbroek
LLEVA …. UNA CAMISETA ….. / UNOS VAQUEROS ….....

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

¿Cómo es?
¿Cómo es su pelo?
¿Cómo son sus ojos?
¿Qué lleva?

Slide 36 - Open question

Slide 37 - Slide

¿Cómo es?
¿Cómo es su pelo?
¿Cómo son sus ojos?
¿Qué lleva?

Slide 38 - Open question

Slide 39 - Slide

¿Cómo es?
¿Cómo es su pelo?
¿Cómo son sus ojos?
¿Qué lleva?

Slide 40 - Open question

Slide 41 - Link