Mavo 3 - Kapitel 1 - E Grammatik

Herzlich Willkommen!
1 / 22
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herzlich Willkommen!

Slide 1 - Slide

Die Planung für heute
  • Weißt es du noch?  (Wiederholung)
  • Neue Lernstoff
  • Aufgaben machen

Slide 2 - Slide

Lesdoel
Je kunt de werkwoorden haben en sein in de verleden tijd gebruiken en je kunt het voltooid deelwoord gebruiken

Slide 3 - Slide

Weißt du noch?
haben und sein (tegenwoordige tijd)

Jetzt folgen ein Paar Wiederholungsfragen

Slide 4 - Slide

het werkwoord haben
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
habe
hast
hat
haben
habt
haben

Slide 5 - Drag question

het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind

Slide 6 - Drag question

zet het werkwoord in de juiste vorm: wir .... (haben)

Slide 7 - Open question

zet het werkwoord in de juiste vorm:
er .... (haben)

Slide 8 - Open question

zet het werkwoord in de juiste vorm:
ich .... (haben)

Slide 9 - Open question

zet het werkwoord in de juiste vorm:
ich .... (sein)

Slide 10 - Open question

zet het werkwoord in de juiste vorm:
ihr .... (sein)

Slide 11 - Open question

zet het werkwoord in de juiste vorm:
es .... (sein)

Slide 12 - Open question

zet het werkwoord in de juiste vorm:
Sie .... (sein)

Slide 13 - Open question

zet het werkwoord in de juiste vorm:
ihr.... (haben)

Slide 14 - Open question

op een schaal van 1 tot 10: hoe goed beheers je 'haben' en 'sein' in de tegenwoordige tijd?
110

Slide 15 - Poll

sein
haben
ich
bin
habe
du
bist
hast
er/sie/es
ist
hat
wir
sind
haben
ihr
seid
habt
sie/Sie
sind
haben
volt. dw.
gewesen
gehabt

Slide 16 - Slide

Op de volgende dia staat een linkje naar een video van Neue Kontakte Online.
Bekijk dat filmpje en keer terug naar LessonUp!

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Maak de volgende sleepopdracht van haben en sein, maar nu in de verleden tijd!!!

Slide 19 - Slide

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
war
warst
war
waren
wart
waren

Slide 20 - Drag question

ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
hatte
hattest
hatte
hatten
hattet
hatten

Slide 21 - Drag question

Ga nu naar NEUE KONTAKTE ONLINE en maak de opgaven 15 tot en met 18

Leer haben en sein goed. Zowel in de tegenwoordige tijd als ook in de verleden tijd. 



Slide 22 - Slide