3.0 Oriëntatie en 3.1 Leven op het platteland

• Geschiedenis
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Hoofdstuk 3: 

Kastelen, kloosters en steden

Dit hoofdstuk gaat over de middeleeuwen: een periode van duizend jaar tussen 500 en 1500.

Na deze les weet je:

- Wanneer de middeleeuwen waren.

- Welke geloven in de middeleeuwen belangrijk waren.

- 3 redenen waardoor het Romeinse Rijk uiteenviel en nieuwe koninkrijken ontstonden.

Oriëntatie opdrachten

Ga aan de slag met opdracht 1 t/m 3 van de oriëntatie (blz. 121)

Nieuwe koninkrijken

In de 4e eeuw n.Chr. ontstonden er grote problemen in het Romeinse Rijk:

- Het Romeinse Rijk was te klein om alle grenzen van het rijk te bewaken.

Nieuwe koninkrijken

- Er kwam steeds minder belastinggeld binnen. De keizer kon daardoor minder uitgeven aan bijv. het leger.

Nieuwe koninkrijken

- De opvolging van de keizer verliep niet altijd goed. Vaak ontstond er ruzie en in de tijd werd het rijk niet goed bestuurd.

Nieuwe koninkrijken

Door alle problemen werd in 395 het Romeinse Rijk in tweeën gesplitst. 

Tot 476 

Tot 1453

Nieuwe koninkrijken

Germaanse volken trokken al snel het West-Romeinse Rijk binnen. Dit noemen we ook wel de volksverhuizingen.

De Germanen stichtte na de val van het Romeinse Rijk (476) allemaal nieuwe koninkrijken. Deze nieuwe periode noemen we de middeleeuwen.