Argumentatieschema's

Herhaling
Argumentatieschema's
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Herhaling
Argumentatieschema's

Slide 1 - Slide

Wat is hier het standpunt?
De Europese Unie moet Italië niet financieel steunen. De steun aan Griekenland heeft immers ook helemaal niets opgeleverd. In de landen rond de Middellandse Zee kunnen ze niet met veel geld omgaan.

Slide 2 - Slide

Wat was het standpunt?

Slide 3 - Open question

Argumentatieschema's
  • autoriteit 
  • kenmerk of eigenschap
  • oorzaak en gevolg
  • vergelijking
  • voorbeelden
  • voor- en nadelen

Slide 4 - Slide

Van welk schema is er sprake?
De Europese Unie moet Italië niet financieel steunen. De steun aan Griekenland heeft immers ook helemaal niets opgeleverd. In de landen rond de Middellandse Zee kunnen ze niet met veel geld omgaan.

Slide 5 - Slide

Wat was het schema?
A
Autoriteit
B
Oorzaak en gevolg
C
Vergelijking
D
Voor- en nadelen

Slide 6 - Quiz

Wat is het standpunt?
De lijsttrekker van de grootste oppositiepartij had die uitspraken over Nederland en de EU beter niet kunnen doen, want volgens de laatste peiling is zijn partij daardoor acht zetels kwijt.

Slide 7 - Slide

Wat was het standpunt?

Slide 8 - Open question

Van welk schema is er sprake?
De lijsttrekker van de grootste oppositiepartij had die uitspraken over Nederland en de EU beter niet kunnen doen, want volgens de laatste peiling is zijn partij daardoor acht zetels kwijt.

Slide 9 - Slide

Wat was het schema?
A
Autoriteit
B
Oorzaak en gevolg
C
Vergelijking
D
Voor- en nadelen

Slide 10 - Quiz

Wat is het standpunt?
Jaap-Kees heeft gezegd bedrijfskunde of fiscaal recht te gaan studeren. Dus hij zal geld wel erg belangrijk vinden. 

Slide 11 - Slide

Wat was het standpunt?

Slide 12 - Open question

Welk schema herken je hier?
Jaap-Kees heeft gezegd bedrijfskunde of fiscaal recht te gaan studeren. Dus hij zal geld wel erg belangrijk vinden. 

Slide 13 - Slide

Wat was het schema?
A
Autoriteit
B
Kenmerk of eigenschap
C
Vergelijking
D
Voorbeelden

Slide 14 - Quiz