Lezen 3.2 en 4.2 - 2 kgt

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g
• Leerjaar 2

Lezen 3.2 en 4.2 - 2 kgt

Wat is het tekstdoel van

een ingezonden brief over het hangverbod op een parkeerplaats?

1. informeren
2. activeren
3. amuseren
4. overtuigen

Wat is het tekstdoel van

een reclametekst voor een kledingwinkel?

1. informeren
2. activeren
3. amuseren
4. overtuigen

Wat is het tekstdoel van

een krantenbericht over roken?

1. informeren
2. activeren
3. amuseren
4. overtuigen

Wat is het tekstdoel van

een moppenkalender?

1. informeren
2. activeren
3. amuseren
4. overtuigen

Bekijk tekst 1 op blz. 172.

Wat is het belangrijkste tekstdoel?

We lezen samen tekst 3 op blz. 173.

Voor welk leespubliek is tekst 3 vooral geschreven?

1. voor mensen die eerlijke kleding kopen
2. voor iedereen die geïnteresseerd is in eerlijke kleding

Wat is de hoofdgedachte van tekst 3?

1. Eerlijke kleding gaat langer mee
2. Eerlijke kleding is duur
3. Eerlijke kleding is op veel plaatsen te koop

Wat is er vaak mis in de kledingindustrie?

Noem drie dingen (staan letterlijk in de tekst).

Welk signaalwoord in alinea 1 geeft een tegenstelling aan?

Wat is de kernzin van alinea 2?

1. Ze bracht ... eerlijke kleding.
2. Marieke Eyskoot ... dit vraagstuk.

Wat is de functie van de andere zin uit alinea 2?

1. uitleg geven
2. voorbeelden geven

Welk signaalwoord in alinea 2 geeft een voorbeeld aan?

Wat is de kernzin van alinea 4?

1. De markt ... dan gedacht.
2. Op internet ... te koop.

Wat is de functie van de andere zin uit alinea 4?

1. uitleg geven
2. voorbeelden geven

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord

bovendien?

1. opsomming
2. tegenstelling
3. volgorde
4. tijd

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord

dan?

1. opsomming
2. tegenstelling
3. volgorde
4. tijd

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord

ten slotte?

1. opsomming
2. tegenstelling
3. volgorde
4. tijd

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord

voordat?

1. opsomming
2. tegenstelling
3. volgorde
4. tijd

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord

echter?

1. opsomming
2. tegenstelling
3. volgorde
4. tijd

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord

daarentegen?

1. opsomming
2. tegenstelling
3. volgorde
4. tijd

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord

zoals?

1. opsomming
2. voorbeeld
3. reden
4. tijd

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord

zo?

1. opsomming
2. voorbeeld
3. reden
4. tijd

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord

want?

1. opsomming
2. voorbeeld
3. reden
4. tijd

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord

ook?

1. opsomming
2. voorbeeld
3. reden
4. tijd

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord

immers?

1. opsomming
2. voorbeeld
3. reden
4. tijd

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord

vervolgens?

1. volgorde
2. voorbeeld
3. reden
4. tijd

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord

ter illustratie?

1. volgorde
2. voorbeeld
3. reden
4. tijd

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord

daarom?

1. volgorde
2. voorbeeld
3. reden
4. tijd

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord

later?

1. volgorde
2. voorbeeld
3. reden
4. tijd

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord

namelijk?

1. volgorde
2. voorbeeld
3. reden
4. tijd

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord

toch?

1. volgorde
2. voorbeeld
3. reden
4. tegenstelling

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord

terwijl?

1. volgorde
2. voorbeeld
3. tijd
4. tegenstelling

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord

ten eerste?

1. volgorde
2. voorbeeld
3. tijd
4. opsomming

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord

eerste?

1. volgorde
2. voorbeeld
3. tijd
4. opsomming

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord

verder?

1. volgorde
2. voorbeeld
3. tijd
4. opsomming

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord

vanwege?

1. volgorde
2. reden
3. tijd
4. opsomming

Bij welk tekstverband hoort het signaalwoord

alvast?

1. volgorde
2. reden
3. tijd
4. opsomming