3T1 massaverhoudingen herhaling

Herhaling massaverhoudingen
1 / 33
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Herhaling massaverhoudingen

Slide 1 - Slide

To do lijst
1.  Bespreken huiswerk
2. Uitleg +opdrachten massaverhoudingen
3. Hints

Slide 2 - Slide

lesdoelen vorige les
1. De verschillende soorten reacties herkennen.
2. De reactievergelijking van een verbrandingsreactie op kunnen stellen.
3. De reactievergelijking van een ontledingsreactie op kunnen opstellen.

Slide 3 - Slide

Verbranding
Bij een verbrandingsreactie is altijd zuurstof nodig. Er ontstaat altijd een een oxide.

C+ O2 --> CO2

brandstof+ zuurstof--> oxide


Ontledingsreactie
Bij een ontledingsreactie wordt uit een beginstof meerdere reactieproducten gevormd.
2 H2O--> 2 H2+ O2

1 beginstof--> 2 of meer reactieproducten

Slide 4 - Slide

Herhaling massaverhoudingen

Slide 5 - Slide

lesdoel
 
1. Kunnen rekenen met massaverhoudingen.
2. Kunnen rekenen met overmaat.

Slide 6 - Slide

Recept

Voor 10 pannenkoeken heb je nodig:
  1. 250 g bloem
  2. 500 ml melk
  3. 2 eieren
  4. vanillesuiker







Slide 7 - Slide

Recept 10 pannenkoeken

  • 250 g bloem
  • 500 ml melk
  • 2 eieren
  • 1 zakje vanillesuiker

Opdracht

1. Hoeveel melk heb je nodig om 30  pannenkoeken te maken?


Slide 8 - Slide

Recept 10 pannenkoeken

  • 250 g bloem
  • 500 ml melk
  • 2 eieren
  • vanillesuiker

Opdracht

1. Hoeveel melk heb je nodig om 30  pannenkoeken te maken?



pannenkoek
10
30
melk
500 ml
1500 ml

Slide 9 - Slide

Recept 10 pannenkoeken

  • 250 g bloem
  • 500 ml melk
  • 2 eieren
  • vanillesuiker

Ik  heb in huis:
  • 500 g bloem
  • 500 ml melk
  • 2 ei
  • vanillesuiker

Hoeveel pannenkoeken kan ik maken?

Slide 10 - Slide

Recept 10 pannenkoeken

  • 250 g bloem
  • 500 ml melk
  • 2 eieren
  • vanillesuiker

Ik  heb in huis:
  • 500 g bloem
  • 500 ml melk
  • 2 ei
  • vanillesuiker

Hoeveel pannenkoeken kan ik maken? Tien.

De bloem is in overmaat.

Slide 11 - Slide

Opdracht massaverhoudingen
Hoeveel chloor heb je nodig om 50 gram natrium volledig te laten reageren?

2 Na+ Cl2 --> 2 NaCl
45,98:70,90: 116,88 


Slide 12 - Slide

Rekenen met massaverhoudingen
Stappenplan
1. Schrijf de reactievergelijking op.
2. Schrijf de massaverhoudingen op.
3. Schrijf op wat je al weet.
4. Wat wordt er gevraagd.
5. Uitrekenen(kruistabel).
6. Controleer je antwoord.

Slide 13 - Slide

Opdracht massaverhoudingen
Hoeveel chloor heb je nodig om 50 gram natrium volledig te laten reageren?

2 Na+ Cl2 --> 2 NaCl
45,98:70,90: 116,88 


Stappenplan
1. Schrijf de reactievergelijking op.
2. Schrijf de massaverhoudingen op.
3. Schrijf op wat je al weet.
4. Wat wordt er gevraagd.
5. Uitrekenen(kruistabel).
6. Controleer je antwoord.

Slide 14 - Slide

Hoeveel chloor heb je nodig om 50 gram natrium volledig te laten reageren?
2 Na+ Cl2 --> 2 NaCl
45,98:70,90: 116,88

Slide 15 - Open question

Opdracht massaverhoudingen
Hoeveel chloor heb je nodig om 50 gram natrium volledig te laten reageren?

2 Na+ Cl2 --> 2 NaCl




x= 50*70,90/45,98=77,1 gram


2 Na+
Cl2-->
2 NaCl
45,98
70,90
116,88
50
x
Stappenplan
1. Schrijf de reactievergelijking op.
2. Schrijf de massaverhoudingen op.
3. Schrijf op wat je al weet.
4. Wat wordt er gevraagd.
5. Uitrekenen(kruistabel).
6. Controleer je antwoord.

Slide 16 - Slide

Opdracht massaverhoudingen
Hoeveel natrium heb je nodig om 50 gram chloor volledig te laten reageren? Vul je antwoord in op de volgende slide.

2 Na+ Cl2 --> 2 NaCl
45,98:70,90: 116,88


Stappenplan
1. Schrijf de reactievergelijking op.
2. Schrijf de massaverhoudingen op.
3. Schrijf op wat je al weet.
4. Wat wordt er gevraagd.
5. Uitrekenen(kruistabel).
6. Controleer je antwoord.

Slide 17 - Slide

Hoeveel natrium heb je nodig om 50 gram chloor volledig te laten reageren?

Slide 18 - Open question

Opdracht massaverhoudingen
Hoeveel natrium heb je nodig om 50 gram chloor volledig te laten reageren? Vul je antwoord in op de volgende slide.

2 Na+ Cl2 --> 2 NaCl
45,98:70,90: 116,88


x=45,98*50/70,90= 32, 4 gram natrium


2 Na+
Cl2-->
2 NaCl
45,98
70,90
116,88
X
50

Slide 19 - Slide

2. Rekenen met overmaat

Slide 20 - Slide

Recept 10 pannenkoeken

  • 250 g bloem
  • 500 ml melk
  • 2 eieren
  • vanillesuiker

Ik  heb in huis:
  • 500 g bloem
  • 500 ml melk
  • 2 ei
  • vanillesuiker

Hoeveel pannenkoeken kan ik maken? Tien.

De bloem is in overmaat.

Slide 21 - Slide

Anissa laat 2 gram waterstof met 8 gram zuurstof reageren (1:8). Hoeveel gram water ontstaat er?
A
10
B
9
C
8
D
16

Slide 22 - Quiz

stappenplan
Controleer eerst of een van de stoffen in overmaat is. 

1. Schrijf de reactievergelijking op.
2. Schrijf de massaverhoudingen op.
3. Schrijf op wat je al weet.
4. Wat wordt er gevraagd.
5. Uitrekenen(kruistabel).
6. Controleer je antwoord.

Slide 23 - Slide

Anissa laat 2 gram waterstof met 8 gram zuurstof reageren (1:8). Hoeveel gram water ontstaat er?
2 H2+ O2--> 2 H20
1:            8:             9
2:            X=16

Ik heb geen 16 gram zuurstof, de waterstof is in overmaat.
Je mag niet rekenen met de stof in overmaat.

Slide 24 - Slide

Anissa laat 2 gram waterstof met 8 gram zuurstof reageren (1:8). Hoeveel gram water ontstaat er?
A
10
B
9
C
8
D
16

Slide 25 - Quiz

Opdracht overmaat
Piet laat 80 gram chloor reageren met 50 gram natrium. Welke stof is in overmaat?

2 Na+ Cl2 --> 2 NaCl
45,98:70,90: 116,88 

Slide 26 - Slide

bespreken opdracht
2 Na+ Cl2 --> 2 NaCl
45,98:70,90: 116,88 

1. Een van de twee stoffen invullen       
2 Na+ Cl2 --> 2 NaCl
45,98:70,90: 
50 g  : X                            X=50*70,90/45,98=77,1 gram chloor
Ik heb 80 g chloor. Chloor is dus in overmaat.

Slide 27 - Slide

Anissa laat 0,2 gram waterstof met 4 gram zuurstof reageren (1:8). Welke stof is in overmaat?

Slide 28 - Open question

Vragen?

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Toets H5 & H6
1. Kennen & kunnen lijstjes.
2. Maak de moeilijke B & C vragen nog een keer.
3. Bekijk voor extra uitleg internet.
4. Voor extra oefening voor massaverhoudingen zie teams (stencil massaverhoudingen).
5. Maandag het 8e uur vragenuurtje.

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Slide