wensen achterhalen en luisteren

 Wensen achterhalen en luisteren
  • actief luisteren (LSD methode)
  • open en gesloten vragen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

 Wensen achterhalen en luisteren
  • actief luisteren (LSD methode)
  • open en gesloten vragen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Heel veel mensen heel veel wensen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Vragen stellen
Soorten vragen
Open en gesloten

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Gesloten vragen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Gesloten vraag
Beginnen met een werkwoord: Ben je..? Ga je…? Het antwoord is meestal een JA of een NEE
 

Duidelijkheid (controlevraag bij samenvatten).
Gesprek komt niet op gang.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Geef een voorbeeld van een gesloten vraag en leg uit waarom dit een gesloten vraag is.

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Beginnen met een W of een H:
Wie?
Wat?
Waarom?
Welke?
Waar?
Wanneer?
Hoe?
Hoezo?

Open vragen geven meer informatie.
Sfeer in het gesprek.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Geef een voorbeeld van een open vraag

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Hoe vaak ga jij per week naar school?
A
open vraag
B
gesloten vraag

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Hoe heet jij?
A
gesloten vraag
B
open vraag

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Hoe voel jij je vandaag?
A
gesloten vraag
B
open vraag

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Ben jij sportief?
A
gesloten vraag
B
open vraag

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Open vraag
Gesloten vraag
Sleepvraag
Sleep de vraag naar het juiste vak. Gesloten of open vraag.
Hoe was je dag vandaag?
Waarom vind jij opslag zo leuk?
Vind jij rekenen leuk?
Heb jij de opdrachten gemaakt?
Wat bedoel je met misschien?
Hou jij van chocolade?
Hoe hebben jullie elkaar leren kennen?

Slide 13 - Drag question

This item has no instructions

Maak opdrachten





Maak opdrachten 1.13 en 1.14

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

LSD (luisteren, samenvatten, doorvragen)

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Actief luisteren

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Samenvatten 
Samenvatten:
In het kort, in eigen woorden, vertellen wat de ander heeft gezegd. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Doorvragen
Vaak moet je tijdens een gesprek doorvragen om alle informatie te krijgen en deze goed te begrijpen

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Voorbeeld
-Actief luisteren
-Samenvatten
-Doorvragen 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Maak tweetallen. 
Ga  een stukje lopen en vertel om de beurt aan elkaar jullie verhaal.

Klaar? Kom weer terug naar het lokaal.

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Gebruik LSD

Slide 21 - Slide

De meeste mensen gebruiken de woorden ‘luisteren’ en ‘horen’ door elkaar. Als jij dat ook doet, ben je dus niet de enige. Toch heeft luisteren een veel bredere betekenis dan horen. Voor horen gebruik je alleen je oren, voor luisteren gebruik je al je zintuigen.
Alledaags luisteren
Alledaagse gesprekjes met cliënten voer je de hele dag door en zijn enorm belangrijk voor het opbouwen van een vertrouwensrelatie. Nodig de ander uit om iets over zichzelf te vertellen. Dat is een goed vertrekpunt bij een alledaags gesprek. Verder is het belangrijk de verbinding te zoeken en het initiatief te laten wisselen tussen jou en de ander.

Actief luisteren
Actief luisteren is een manier van luisteren waarbij je in je reactie het gevoel of de behoefte van de ander verwoordt. Je geeft geen mening, geen advies, je komt niet met een oplossing of analyse. Actief luisteren is onder andere belangrijk wanneer de ander je iets belangrijks of emotioneels vertelt. Door actief te luisteren voelt de ander zich geaccepteerd in zijn gevoelens.


SAMENVATTEN
Vertel kort wat de ander je verteld 
heeft in jullie gesprek.
Heeft je medestudent ook 
bij je doorgevraagd?

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Slide 23 - Video

This item has no instructions

Opdracht 1.16 blz. 29
  1. Luister goed naar de casus
  2. Vat samen
  3. Bedenk minimaal 1 vraag waar je nog antwoord op zou willen

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Ik weet wat LSD is en hoe ik dit in kan zetten in een gesprek.
0100

Slide 25 - Poll

This item has no instructions

En nu jij  aan de slag
Maken opdrachten: 1.13, 1.14, en 1.15

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Casus: overleg op stage
Rol A:
Rol B:
Werkgever/begeleider
Stagiair
Open het gesprek. Vraag hoe het gaat op de werkvloer.
Noem 1 ding wat goed gaat. Noem 1 ding waar je moeite mee hebt.
Bedenk samen een oplossing en eindig het gesprek.

Slide 27 - Slide

This item has no instructions