2.10

• NT2
• HBO
• Studiejaar 1

2.10

Huiswerk

Oefen met de klanken oe- u - uu blz. 205

Leer de woordenlijst 15.2

Lees de tekst en maak opdracht 1

Grammatica: Lees blz. 213 en maak opdracht 14

blz. 219 Geef een korte presentatie over een mooi gebouw of jouw lievelingsdier of een mooi park. (6 zinnen)

Opdracht 4 bladzijde 213 

Vul in: die of dat

Opdracht 5: Dit is/ zijn, dat is/ zijn

Opdracht 6 bladzijde 214 

1 Ken je deze serie?

2 Hoe heet dit ding?

3 Hoe heet de persoon naast jou?

Opdracht 7 bladzijde 215

Opdracht 8 bladzijde 215

Opdracht 9 over borden spreken bladzijde 216

Opdracht 10: woordwolk bladzijde 217

Demonstratief pronomen - zelfstandig 

Di e	Da t
d e -woorden: 1 d e telefoon - di e telefoon 2 d e jongen - di e jongen 3 d e kofffer - di e koffer 4 d e wei - di e wei 5 d e berg - di e berg	het-woorden: 1 he t boek - da t boek 2 he t meisje - da t meisje 3 he t ov - da t ov 4 he t grapje - da t grapje 5 he t raampje - da t raampje
personen: Waar is de directeur? Die zit in vergadering.	hele zin: Je hebt toch wel het licht uitgedaan hè! Ja dat heb ik gedaan.

zo meteen

1. now
2. very soon

buiten

1. inside
2. outside

Helaas

1. unfortunately
2. real

de berg

1. hill
2. moutain

grapje

1. joke
2. suitcase

moe

1. tired
2. lazy

schilderijen

1. paintings
2. drawings

veilig

1. on the way
2. safe

achter de rug

1. behind (you)
2. to continue

reizen

Vervoersmiddelen: transportmiddelen

Ik ga op reis en neem mee:

Huiswerk

Alles herhalen

woorden en grammatica

oefen met spreken en gebruik de website 

nt2taalmenu.nl