8.5. Sociale Kwestie

8.5 De sociale kwestie
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

8.5 De sociale kwestie

Slide 1 - Slide

Periode
Prehistorie
Oudheid
Middeleeuwen
Vroegmoderne tijd 
Moderne tijd: 1800 - heden

Slide 2 - Slide

Tijdvak
Tijd van ontdekkers en hervormers (16e eeuw)
Tijd van regenten en vorsten
(17e eeuw)
Tijd van pruiken en revoluties
(18e eeuw)
Tijd van burgers en stoommachines
(19e eeuw)

Slide 3 - Slide

Kenmerkend aspect 
Discussies over de sociale kwestie







  

LET OP: paragraaf 8.5 gaat ook verder met het kenmerkend aspect "de opkomst van emancipatiebewegingen" => naast feminisme en confessionalisme (in 8.4) was ook het socialisme een emancipatiebeweging die opkwam voor gelijke rechten voor de arbeidersklasse. 

Slide 4 - Slide

Lesdoelen:
Aan het einde van deze uitleg:

- kun je voorbeelden geven van de slechte leef- en werkomstandigheden van arbeiders.
- kun je uitleggen welke meningsverschillen er waren over de sociale kwestie.
- kun je uitleggen hoe er een begin werd gemaakt met de verzorgingsstaat.

Slide 5 - Slide

Wat weet je al?
In 8.1 het je geleerd over de Industriële revolutie met daarbij de opkomst van de arbeidersklasse en de snelle verstedelijking (urbanisatie).

In 8.2 en 8.4 heb je geleerd dat er politiek-maatschappelijke stromingen ontstaan die ideeën hebben over bestuur, kiesrecht en de samenleving. 


Slide 6 - Slide

Wat is de Sociale Kwestie?
In de snel groeiende industrie steden van de 19e eeuw gaat het om de opbrengsten van de fabrieken: over arbeidsrechten of goede behuizing van arbeiders werd niet nagedacht.
Gevolg: Woon- en werkomstandigheden zijn erg slecht. 

Sociale kwestie = vraagstuk rondom deze omstandigheden. van arbeiders. Moet overheid wel/niet ingrijpen? 

Slide 7 - Slide

Let op: De weekinkomsten van een mannelijke arbeider
was ongeveer 900 cent (9 gulden)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

problemen arbeiders:
- fabrieken en mijnen ongezond en onveilig.
- ziek of bedrijfsongeval? niet werken = geen inkomen.
- betaling bepaald de baas, kan het ook snel wijzigen.
- baas mag je elk moment ontslaan, zonder reden.
- hele familie moest werken om leefkosten bijeen te kunnen brengen (dus ook kinderarbeid)
- huizen met slechte hygiëne, vaak geen riool, geen schoon water.
- Huizen heel klein (soms niet eens een huis, maar kelder, gang of kast)
- continu smog van fabrieken.
- arbeiders ongeschoold dus geen zicht op betere toekomst.

... en nog vele andere problemen.

Slide 10 - Slide

Discussies over de Sociale Kwestie
  • Liberalen: overheid moet niet ingrijpen (schaad vrijheid individu en vrije markteconomie). Lange tijd heerst overtuiging dat het probleem zichzelf wel zal oplossen.

  • Socialisten: overheid moet de positie van arbeiders verbeteren met sociale wetgeving + kapitalisme afschaffen!

  • Confessionelen: werkgevers en arbeiders moeten samen tot oplossing komen.

Slide 11 - Slide

Links liberalen
Binnen de liberalen ontsond een groep "links" (=sociaal/ progressief) denkenden.

Gedachte:
Vrijheid van het individu is belangrijk, maar zonder geld en opleiding (zoals arbeiders) heb je niet veel mogelijkheden. Overheid moet daarom zorgen dat iedereen startkansen krijgt.

Slide 12 - Slide

Begin van de verzorgingsstaat
Steeds meer overheden gaan sociale wetten invoeren:

  • 1833: GB beperkt kinderarbeid
  • v.a. 1854: aanleg riolen en waterleiding.
  • 1874: 'Kinderwetje van Van Houten' verbied (NL) kinderarbeid onder 12 jaar
  • 1883: (DU) verplichte zorgverzekering met uitkering bij ziekte.
  • 1884: (DU) verplichte ongevallen verzekering
  • 1889: (DU) ouderdomspensioen voor mannen boven 70 jaar.

Duitsland eerste opbouw verzorgingsstaat. Rest landen volgt.


    Slide 13 - Slide

    Arbeiders werken zelf ook aan oplossing
    Arbeiders gaan samenwerken in vakbonden.
    • Vakbonden onderhandelen met werkgevers over werkomstandigheden en lonen.

    • Vakbonden organiseren stakingen om doelen te bereiken.

    Slide 14 - Slide

    Slide 15 - Video

    Sociale Kwestie is:
    A
    Er is armoede
    B
    Armoede moet opgelost worden door geld geven
    C
    Nadenken over hoe armoede opgelost kan worden
    D
    Het maken van sociale wetgeving.

    Slide 16 - Quiz

    Heeft deze foto met de sociale kwestie te maken? Leg kort uit.

    Slide 17 - Open question

    Heeft deze foto met de sociale kwestie te maken? Leg kort uit.

    Slide 18 - Open question

    Bij welke stroming hoort deze poster?
    A
    Confessionalisme
    B
    Liberalisme
    C
    Socialisme
    D
    Geen van alle

    Slide 19 - Quiz

    Bij welke stroming hoort deze poster?
    A
    Socialisme
    B
    Confessionalisme
    C
    Liberalisme
    D
    Geen van alle

    Slide 20 - Quiz

    Vakbonden komen op voor:
    A
    Werknemers
    B
    Werkgevers
    C
    Iedereen
    D
    Zichzelf

    Slide 21 - Quiz

    Slide 22 - Video

    Slide 23 - Slide