1.5 Present simple

1 / 17
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Today's goals
Ik kan de present simple toepassen.

Slide 2 - Slide

Present simple 

Slide 3 - Slide

Present simple: uitzonderingen
I cry --> the baby cries
I watch --> she watches
I do --> he does

Slide 4 - Slide

Present simple is:
Wat is de present simple?
A
Verleden tijd
B
Tegenwoordig tijd
C
Toekomst

Slide 5 - Quiz

Wat is de regel van de present simple?
A
ww + ed
B
ww + bij he/she/it: (e)s
C
vorm van to be + ww + ing

Slide 6 - Quiz

Present Simple:

Wanneer gebruik je de Present Simple?
A
Wanneer iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt.
B
Wanneer iets nu bezig of aan de gang is.
C
Wanneer iets in het verleden is gebeurd.

Slide 7 - Quiz

Maak deze zin ontkennend:
I work at school.

Slide 8 - Open question

Maak deze zin vragend.
He works at school.

Slide 9 - Open question

Julia and Ben ............... (bike) to school every Monday.

Slide 10 - Open question

Teo ............... (go) to New York every summer.

Slide 11 - Open question

Maak de zin ontkennend.
The man often flies first class.

Slide 12 - Open question

Maak de zin vragend.
They like English class.

Slide 13 - Open question

Voor mij is de Present Simple nu...
Helemaal duidelijk!
Nog niet helemaal duidelijk.
Helemaal niet duidelijk.

Slide 14 - Poll

Slide 15 - Link

Slide 16 - Link

Slide 17 - Link