4.2 Argumenten beoordelen BG

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 4

Les

Argumenten beoordelen

Wat gaan we vandaag doen?

Inleiding (10 min): 

- Inhoud en doel(en)

- Woordspin 

Kern (40 min):

- Les 

- Uitleg keuzeopdrachten / opdracht kiezen & keuze motiveren

- Aan de slag 

Slot (10 min):

- Nabespreken opdrachten & evaluatie leerdoel(en)

Argumenten beoordelen

Doel:

Je beoordeelt de kwaliteit van argumenten in een tekst.

Argumenten

Drogredenen

Uitleg

Met argumenten kan een schrijver zijn eigen standpunt verdedigen of het standpunt van een ander aanvallen.

Uitleg

Je kunt twee soorten argumenten onderscheiden:

- objectieve argumenten (controleerbaar)

- subjectieve argumenten (in meer of mindere mate aannemelijk)

Drogredenen -> foute argumenten of redeneringen

Uitleg

Veelvoorkomende drogredenen:

Generalisatie. Een algemene regel vaststellen op basis van te weinig gegevens.

Onjuist beroep op autoriteit. Beweren dat iets waar is omdat een autoriteit die onbetrouwbaar     is, dat zegt.

Planten en bloemen groeien het beste in Frankrijk, want daar schijnt de zon vaak.

1. objectief argument
2. subjectief argument
3. drogreden (generalisatie)
4. drogreden (onjuist beroep autoriteit)

Je kunt nu beter niet gaan snoeien, want het is -10 graden.

1. objectief argument
2. subjectief argument
3. drogreden (generalisatie)
4. drogreden (onjuist beroep autoriteit)

Groen is beter dan tegels, dat zegt mijn dokter ook.

1. objectief argument
2. subjectief argument
3. drogreden (generalisatie)
4. drogreden (onjuist beroep autoriteit)

Je kunt nu beter niet in de tuin werken, het is koud.

1. objectief argument
2. subjectief argument
3. drogreden (generalisatie)
4. drogreden (onjuist beroep autoriteit)

Opdracht 1

YouTube

Bekijk de video:

Bloemist voert actie tegen naastgelegen supermarkt

1. Schrijf een aantal argumenten op.

2. Geef aan of een argument objectief,  

     subjectief of foutief (drogreden) is. 

 

Opdracht 2

NuNederlands Lezen H 4.2 opdracht 2

Opdracht 3

Stelling:

Als je een soa overdraagt, dan moet je een boete betalen

Opdracht:

Benoem 4 argumenten waarom je het eens en oneens bent met deze stelling. 

Zorg voor in ieder geval twee objectieve argumenten.

Voor welke opdracht kies je?

1. 1: Betoog schrijven
2. 2: Oefentoets Lezen 4
3. 3: Toets lezen 4
4. 4. Opdrachten 4.2 NN

Waarom deze opdracht?

Aan de slag!

Succes :) 

Afsluiting

- Nabespreken opdrachten 

- Evaluatie -> zijn de leerdoelen behaald?