Les 5: quiz en test jezelf

Quiz en test jezelf 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 4

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Quiz en test jezelf 

Slide 1 - Slide

Planning
Quiz vragen (20 vragen)
Test jezelf 10.1 t/m 10.6
Afsluiting

Slide 2 - Slide

Zet de organen van
het verteringsstelsel
bij het juiste onderdeel. 
Dunne darm
Slokdarm
Endeldarm
Dikke darm
Twaalfvingerige darm
Maag

Slide 3 - Drag question

Voedingsstoffen die moeten worden verteerd
Voedingsstoffen die niet worden verteerd.
Mineralen

Eiwitten
Vetten

Water
Koolhydraten
Vitaminen

Slide 4 - Drag question

Hoort het voedingsmiddel bij een plantaardig- of een dierlijk voedingsmiddel?
Dierlijk voedingsmiddel
Plantaardig voedingsmiddel

Slide 5 - Drag question

drogen
vacuum verpakken
conserverings-
middel
toevoegen

Slide 6 - Drag question

Glazuur
Kaak
Tandvlees
Cement
Tandbeen
Bloed en zenuwen

Slide 7 - Drag question

Het gebit: de eerste stap in het verteren van voedsel
Snijtanden
Hoektanden
Kiezen
tanden waarmee stukken van voedsel wordt afgebeten
tanden waarmee stukken van voedsel wordt afgebeten
tanden met een knobbelige bovenkant waarmee voedsel wordt fijngemalen

Slide 8 - Drag question

Planteneters
Vleeseters
Alleseters
Knipkiezen
plooikiezen
Celwanden in het voedsel
Gemakkelijk verteerbaar voedsel
Knobbelkiezen
kort verteringsstelsel
middellang verteringsstelsel

Slide 9 - Drag question

een voedingsstof is:
A
een stof die in je eten zit
B
een stof die in je eten zit, die je kan verteren
C
een stof die je op kan eten, maar niet kan verteren

Slide 10 - Quiz

Wat is de functie van het verteringsstelsel?
A
Voedsel fijnmaken zodat voedingsstoffen in het bloed opgenomen kunnen worden
B
Opnemen van zuurstof uit de lucht en afgeven van koolstofdioxide aan de lucht
C
Vervoeren van bloed met zuurstof en voedingsstoffen naar alle organen
D
Zorgen dat alle organen goed werken en kunnen samenwerken

Slide 11 - Quiz

Herhaling functie voedingsstoffen
Combineer de functies van voedingsstoffen met de juiste omschrijving. 
Brandstoffen
Bouwstoffen
Reservestoffen
Beschermende stoffen
Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt
Niet direct nodig, worden opgeslagen in lichaam
Leveren energie, nodig voor verbranding
Nodig voor groei, ontwikkeling en herstel bij schade, om nieuwe cellen en weefsels te maken

Slide 12 - Drag question

In een gezonde leefstijl zijn voeding en beweging belangrijke factoren.
Waar of niet waar?
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

De lever is een verteringsklier.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Wat zijn verteringssappen?
A
Zweet
B
Speeksel
C
Urine
D
Darmsap

Slide 15 - Quiz

Functie van emulgeren
A
bacteriën doden
B
vetdruppels kleiner maken
C
verteren van voedingsstoffen
D
voedingsstoffen opnemen in het bloed

Slide 16 - Quiz

Wat is de functie van de galblaas?
A
gal maken
B
gal opslaan
C
gal maken en opslaan

Slide 17 - Quiz

Wat is de functie van de dunne darm?
A
Afval stoffen toevoegen
B
Voedingsstoffen opnemen
C
Slechte stoffen opnemen
D
Onttrekken van water

Slide 18 - Quiz

In welk orgaan begint de vertering van vetten?
A
In de maag
B
In de galblaas
C
In de alvleesklier
D
In de 12-vingerige darm

Slide 19 - Quiz

Verteringssappen worden gemaakt door?
A
speekselklieren, alvleesklier en dikke darm
B
dikke darm, dunne darm, lever en alvleesklier
C
slokdarm en maag
D
dunne darm, lever en alvleesklier

Slide 20 - Quiz

Voedselbederf ontstaat door..........
A
schimmels
B
celdeling
C
bacteriën
D
schimmels en bacteriën

Slide 21 - Quiz

Wat is voedselbederf
A
door micro-organismen is het voedsel ongeschikt
B
je kunt het nog eten
C
alleen bacteriën kunnen dat veroorzaken
D
alleen schimmels kunnen dat veroorzaken

Slide 22 - Quiz

Het gebitselement in de afbeelding zit in het gebit tussen een hoektand en een kies in.
Onjuist
Juist

Slide 23 - Drag question

Dit is een:
Sleep de juiste onderdelen naar de juiste sleepdoel op de afbeelding.
Hoektand
Snijtand
Kies
Kroon
Wortel

Slide 24 - Drag question

- kleine hoektanden
- platte kiezen
- grote scherpe hoektanden
- scherpe knipkiezen
- platte kiezen 
- geen hoektanden

Slide 25 - Drag question

Een konijn is een planteter, vleesester of een alleseter?
A
Planteter
B
Vleeseter
C
Alleseter

Slide 26 - Quiz

Een vleeseter heeft ... ?
A
Plooikiezen
B
Knipkiezen
C
Knobbelkiezen

Slide 27 - Quiz

Het verteringsstelsel van een planteneter is...
A
Kort
B
Middellang
C
Lang

Slide 28 - Quiz

Nu
Maak test jezelf 10.1 t/m 10.6

Slide 29 - Slide