Tekstsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Tekstsoorten

Welkom 4D

- Pak KERN (HB en WB), pen, papier en je leesboek

- Begin met 10 minuten lezen 

TOETS - 5 april

Tekst met vragen

• Theorie leren
• Oefen door teksten te lezen! (krant, tijdschrift)

KERN H 1 t/m 6 (blz. 52-65)

KERN H 19 en 20 (blz. 102-105)

Vandaag:

- herhalen voor de toets

- paragraaf 3 Tekstsoorten

Na deze les weet je welke tekstsoorten er zijn en kun je in een tekst de tekstsoort en bijbehorende elementen herkennen. 

Tekstsoorten: (blz. 59)

- verhalend

- feitelijk

- waarderend

1. Wat is het onderwerp?

2. Wat is de hoofdgedachte?

3. Wat is het tekstdoel?

4. Wat voor soort tekst is het? 

Wat is het onderwerp?

1. De WK-finale vrouwenvoetbal
2. Grensoverschrijdend gedrag van een voorzitter
3. Vertrek van voorzitter Rubiales
4. De omstreden kus van voorzitter Rubiales

Wat is de hoofdgedachte?

1. Voorzitter Rubiales kondigt zijn vertrek aan.
2. Grensoverschrijdend gedrag wordt bestraft.
3. De Spaanse voetbalbond is boos op Rubiales.
4. Voorzitter Rubiales vertrekt vanwege omstreden kus.

Wat is het tekstdoel?

1. Informeren
2. Amuseren
3. Reageren
4. Objectief beschrijven

Welke tekstsoort?

1. Recensie
2. Rapport/verslag
3. Verklaring/uiteenzetting
4. Verhaal

Wat is het onderwerp?

1. Machogedrag
2. Vrouwensport
3. Ongelijkwaardige berichtgeving in media
4. Femke Bol

Wat is de hoofdgedachte?

1. Een volwaardige positie van vrouwensporters begint bij gelijkwaardige en volwassen berichtgeving in de media.
2. Media spelen een belangrijke rol in de ongelijkwaardige positie van vrouwen.
3. Het moet afgelopen zijn met machogedrag in vrouwensport.
4. Topatletes als Bol en Hermoso worden in de media anders behandeld dan mannelijke topatleten.

Wat is het doel van de tekst?

1. Delen
2. Instrueren
3. Overtuigen
4. Activeren

Welke tekstsoort?

1. Vertelling
2. Verklaring/ uiteenzetting
3. Oproep/ verzoek
4. Betoog

Lees KERN HB blz. 58 en 59.

Maak opdracht 2, 3 en 6 (blz. 38).

Klaar? Maak opdracht 7, 8 (blz. 39).

Morgen: 

Argumentatiestructuren (H5 blz. 104-105)

Neem KERN en leesboek mee!

Donderdag: referaat (Koepel)

Volgende week: zelf leren voor de toets

Je weet welke tekstsoorten er zijn.

Je kunt in een tekst de tekstsoort herkennen.

Je kunt vertellen volgens welke stappen de tekstsoort is opgebouwd.