P2 week 5 Verloskunde en Gynaecologie

4.6 Zwangerschap
1 / 30
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.6 Zwangerschap

Slide 1 - Slide

Wie beginnen er eerder aan de puberteit?
A
Jongens
B
Meisjes

Slide 2 - Quiz

De puberteit is de periode van ongeveer je .........
A
8e tot 12e jaar
B
12e tot 16e jaar
C
12e tot 21e jaar
D
18e tot 21 jaar

Slide 3 - Quiz

Wat is dit voorbehoedsmiddel?
A
Vrouwencondoom
B
Nuva
C
Spiraaltje
D
Condoom

Slide 4 - Quiz

Voorbehoedsmiddelen zijn:
A
middelen die een vrouw laten menstrueren
B
middelen die voor de gezondheid ingenomen worden/ beter worden
C
middelen die een zwangerschap tegen gaan
D
middelen die helpen dat een vrouw zwanger wordt.

Slide 5 - Quiz

Welk voorbehoedsmiddel zie je hier?
A
Prikpil
B
Condoom
C
Nuvaring
D
De pil

Slide 6 - Quiz

Wat is de naam van dit voorbehoedsmiddel?
A
De pil
B
Anticonceptiestaafje
C
Spiraaltje

Slide 7 - Quiz

Leerdoelen
  • Je kunt beschrijven hoe de bevruchting bij de mens verloopt
  • Je kunt beschrijven hoe een zwangerschap verloopt
  • Je kunt uitleggen wat prenataal onderzoek is en hiervan voorbeelden noemen

Slide 8 - Slide

bevruchting
Als de kern van een zaadcel samensmelt met de kern van een eicel dan is dat een bevruchting.

De bevruchting vindt in de eileider plaats. 


 

Slide 9 - Slide

Innesteling: Het proces waarbij de bevruchte eicel zich innestelt en zich vastzet in het baarmoederslijmvlies

Het proces waarbij de bevruchte eicel zich innestelt in het baarmoederslijmvlies

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

embryo placenta
embryo
1e 8 wk
voeding eerste wk door baarmoederslijmvlies
daarna
voeding
vanuit
placenta

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Foetus
  • Na 3 maanden noemen we het kind een een foetus.
  • Bij zowel embryo als foetus werken de hersenen, spieren, hart en bloedvaten al.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

vlokkentest
vruchtwaterpunctie

Slide 18 - Slide

Vlokkentest

Bij een vlokkentest wordt er een heel klein stukje placentaweefsel weggenomen. Dit weefsel ziet er vlokkerig uit, vandaar de naam vlokkentest. Met onderzoek van het weefsel kan worden gekeken of een baby een chromosoomafwijking heeft, zoals het syndroom van Down.
Vruchtwaterpunctie

Bij een vruchtwaterpunctie wordt er vruchtwater uit de baarmoeder gehaald om cellen uit het vruchtwater te onderzoeken. Met deze test wordt vastgesteld of de baby een chromosoomafwijking heeft, zoals het syndroom van Down. 
Ook kan er worden vastgesteld of de baby een aangeboren afwijking heeft, zoals een open ruggetje.

Slide 19 - Slide

Combinatietest
Combinatietest
nekplooimeting bloedonderzoek

Er wordt berekend hoe groot de kans is met een kindje
met syndroom van Down





Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

de NIPT-test
Wanneer kan ik de NIPT(niet-invasieve prenatale test ) laten doen?
Je kunt de NIPT laten doen vanaf 10 weken zwangerschap.

De NIPT onderzoekt DNA
In het bloed van de zwangere zit ook een klein beetje erfelijk materiaal (DNA) van de placenta (moederkoek). Dit DNA is bijna altijd hetzelfde als dat van het kind. Het laboratorium kan zo onderzoeken of er aanwijzingen zijn dat het kind down-, edwards- of patausyndroom heeft.

De NIPT kan ook andere aandoeningen vinden
Het laboratorium kan ook andere chromosoomafwijkingen vinden bij het kind, in de placenta (moederkoek) en in zeer zeldzame gevallen ook bij de zwangere zelf. Dat noemen we nevenbevindingen. 

Slide 22 - Slide

20 weken echo


Pretecho

Slide 23 - Slide

Een zwangerschap duurt ..... maanden?
A
7
B
8
C
9
D
10

Slide 24 - Quiz

Welke methode kan tot 12 weken zwangerschap worden toegepast voor het afbreken van de zwangerschap?
A
De Pil
B
De abortuspil
C
Zuigcurettage
D
De morning-afterpil

Slide 25 - Quiz

Hoe voorkom je een zwangerschap?
A
voorbehoedsmiddel gebruiken
B
"voor het zingen de kerk uit"

Slide 26 - Quiz

Wat is een andere naam voor placenta?
A
Embryo
B
Moederkoek
C
Foetus
D
Navelstreng

Slide 27 - Quiz

wat is de functie van de placenta?
A
het kindje in de buik beschermen
B
het kindje in de buik vasthouden
C
aanvoer van voedingsstoffen
D
afvoeren van zuurstof

Slide 28 - Quiz

Na hoeveel weken spreken we van een foetus?
A
8
B
10
C
12
D
16

Slide 29 - Quiz

Aan de slag
1. Maken in je werkboek bladzijde 9 t/m 15
2. Maak een collage van de fases tijdens de zwangerschap        t/m het 1e levensjaar van een baby. 
Denk hierbij aan groei en ontwikkeling (wat kan een baby al wel en wat moet nog ontwikkelt worden?)

Slide 30 - Slide