Een Reis door de Muziekgeschiedenis

• Culturele en kunstzinnige vorming
• Middelbare school
• vmbo b, k, g
• Leerjaar 3

Een Reis door de Muziekgeschiedenis

Leerdoel

Aan het einde van de les kunnen jullie muziekgenres identificeren en begrijpen hoe muziek evolueerde van de jaren 60 tot 2020.

Wat weet je al over muziek uit verschillende decennia?

Jaren 60: Opkomst van de Popmuziek

In de jaren 60 brak de popmuziek door met artiesten zoals The Beatles en The Rolling Stones.

Jaren 70: Disco en Funk

De jaren 70 stonden in het teken van dansbare muziekstijlen zoals disco en funk, denk aan ABBA en Bee Gees.

Jaren 80: Opkomst van de Synthesizer

In de jaren 80 domineerden synthesizers en new wave muziek, met bands zoals Depeche Mode en Duran Duran.

Jaren 90: Grunge en Hiphop

De jaren 90 kenmerkten zich door grunge met bands zoals Nirvana en de opkomst van hiphop en rapmuziek.

2000-2010: Pop en R&B 

In de vroege 21e eeuw domineerden popmuziek en R&B met artiesten zoals Beyoncé en Justin Timberlake.

2010-2020: Opkomst van EDM en Trap

De afgelopen jaren kwamen EDM en trapmuziek op, met artiesten zoals Avicii en Travis Scott die de hitlijsten domineerden.

Onderzoeksopdracht

Kies een muziekgenre, doe onderzoek en maak een poster om je bevindingen te presenteren.

Voorbereiding Presentatie

Bereid je poster voor over het gekozen muziekgenre.

opdracht:

- Doe een klein onderzoek naar je muziek genre.

- maak via: https://www.canva.com/design/play?locale=nl-NL

een poster ontwerp over jouw gekozen genre.

- groep 1: Pop muziek
groep 2: Disco

groep 3: Grunge

groep 4: Hip hop

groep 5: R&B

groep 6: EDM

Vandaag

- werk afmaken.

heb je alles af?

- Leren toets week

- Iets voor jezelf doen

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.