4H Beco H20.3

20.5b
Welke berekening voor de cashflow van jaar 5 is fout?
A
65.000 x ( 1,09 ) ^ 5
B
65.000 x ( 1,09 ) ^ -5
C
65.000 / ( 1,09 ) ^ 5
1 / 10
next
Slide 1: Quiz
BedrijfseconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

20.5b
Welke berekening voor de cashflow van jaar 5 is fout?
A
65.000 x ( 1,09 ) ^ 5
B
65.000 x ( 1,09 ) ^ -5
C
65.000 / ( 1,09 ) ^ 5

Slide 1 - Quiz

20.5b
A
Nee, 252.828 < 265.000
B
Ja, 252.828 < 265.000

Slide 2 - Quiz

20.5 uitspraak
Bij een interestvoet van 9% zullen we eerder overgaan tot investeren dan bij een interestvoet van 3%
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quiz

Vermogensbehoefte financieren via bijvoorbeeld:
- aandelenemissie
- hypothecaire lening
- obligatielening
- leverancierskrediet
- rood staan bij de bank

Slide 4 - Slide

Financiele structuur:
Kapitaalstructuur: samenstelling van de activa
Vermogensstructuur: samenstelling van het vermogen

Juiste afstemming levensduur activa en looptijd financiering:
De looptijd van het aan te trekken vermogen moet zo goed mogelijk aansluiten op de levensduur van de activa

Slide 5 - Slide

Permanente vermogensbehoeften financieren met permanent vermogen 
( EV )

Langdurige tijdelijke vermogensbehoeften financieren met langdurig tijdelijk vermogen ( VV Lang )

Kortstondig tijdelijke vermogensbehoeften financieren met kortstondig tijdelijk vermogen ( VV Kort )

Slide 6 - Slide

Goed
Gebouw aanschaffen met een hypothecaire lening van 40 jaar
Voorraad aanschaffen met leverancierskrediet van 2 maanden

Fout
Machine aanschaffen via rood staan bij de bank
Voorraadaankoop financieren met aandelenemissie

Slide 7 - Slide

Een bedrijf kan moeite hebben om vermogen aan te trekken en de financiering rond te krijgen (of alleen tegen hele hoge rente )

Mogelijkheden om toch met bedrijf te kunnen starten:
- Gebouw huren
- Machine leasen
( op lange termijn zijn de kosten wel vaak hoger )

Slide 8 - Slide

Off Balance Financiering

Het bedrijf beschikt wel over bijvoorbeeld het gebouw of de machine, maar deze zijn geen eigendom, dus staan niet op de balans van het bedrijf

Slide 9 - Slide

Hw.
Maken taak 22 en 23
Opgaven 20.1, 20.2, 20.3, 20.6, 20.7, 20.8, 20.9, 20.10 en 20.11

Slide 10 - Slide