Week 11 en 12: ict 2

Guten Tag
1 / 37
next
Slide 1: Slide
DuitsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Guten Tag

Slide 1 - Slide

Programm
In deze les bekijken we 2 Duitse vacatures voor werk in de computerbranche en we gaan stoeien met computerwerkwoorden.

Slide 2 - Slide

Ziel
Aan het eind van deze les...

Slide 3 - Slide

Welke dingen doe je als medewerker zoal in een computerwinkel?

Slide 4 - Open question

Aufgabe
Jullie krijgen zo een vacaturetekst te zien voor werk in een computerwinkel.
Lees deze tekst en beantwoord de volgende vragen.

Slide 5 - Slide

Stelling: de eerste vacature is voor een stageplek.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Stelling: je hebt voor deze stageplaats nog niet veel kennis nodig.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

Noem 4 dingen die tot je werkzaamheden behoren.

Slide 8 - Open question

Stelling: de stageperiode duurt maximaal 3 maanden.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Welke 3 zaken moet je 'meenemen' naar het werk?
A
Ervaring , kennis en kunde
B
Plezier aan het werk, een goede babbel en een goede mentaliteit
C
Plezier aan het werk, eerlijkheid en betrouwbaarheid
D
Eerlijkheid, nauwkeurigheid en dingen niet laten liggen

Slide 10 - Quiz

Word je ervoor betaald?
A
ja
B
nee

Slide 11 - Quiz

Wat krijg je als je goed je best doet?
A
Een kopje koffie
B
Een cadeaubon
C
De inhoud van de koekjestrommel
D
De inhoud van de koffiekas

Slide 12 - Quiz

Werkwoorden vervoegen...
Weten jullie nog hoe dat gaat?
Welke personen zijn er ook al weer?
Wat moet je doen om te kunnen vervoegen? 
Welke uitgangen zijn er ook alweer?

Slide 13 - Slide

Werkwoorden: wat weten jullie er nog van?

Slide 14 - Open question

Inderdaad...
Van het hele werkwoord haal je - E N af.
Je houdt de stam over.
Hiermee ga je aan de slag.
Het ligt eraan wat je wilt zeggen/ welke persoon de handeling moet uitvoeren.

Slide 15 - Slide

ich
....e
du
....st
er/sie/es
....t
wir
....en
ihr
....t
sie/Sie
....en

Slide 16 - Slide

Opdracht:
Kies drie van de computerwerkwoorden uit.
Maak er een Duitse zin mee.
Gebruik de volgende personen in de zinnen:
ich
er
wir

Slide 17 - Slide

Werkwoordszinnen:

Slide 18 - Open question

Der Drucker ___ das Papier aus
( ausdrucken).

Slide 19 - Open question

Wir ___ auf die Leertaste, wenn wir Raum zwischen zwei Wörtern wollen
( klicken).

Slide 20 - Open question

Ich ___ meine Dateien heute Nachmittag hoch ( hochladen).

Slide 21 - Open question

Der Computertechniker ___ Sachen im Bereich Computer( reparieren).

Slide 22 - Open question

Die Lehrerin ___ mir eine E-Mail ( schicken).

Slide 23 - Open question

Du ___ zuerst die Stromlieferung wenn
der Rechner nicht mehr läuft
( überprüfen).

Slide 24 - Open question

Ich ___ die Festplatte mit einem Schraubendreher ( montieren).

Slide 25 - Open question

Antoinette ___ einfach der Rechner zusammen ( zusammenbauen).

Slide 26 - Open question

Ruben und Steffan sind Applicationsentwickler; sie ___ Computergames ( programmieren).

Slide 27 - Open question

Die Taste mit der Diskette darauf ___ wichtige Dateien ( spreichern).

Slide 28 - Open question

___ du deine Downloads?
( löschen).

Slide 29 - Open question

Ein Virenprogramm ___ den Computer (schützen).

Slide 30 - Open question

___ Sie auch Virenprogrammen? (installieren)

Slide 31 - Open question

Ich ___ mein Geheimwort ein (eingeben).

Slide 32 - Open question

Der ICT Mitarbeiter ___ Computer sauber (sauber machen).

Slide 33 - Open question

Stromversorgung

Slide 34 - Open question

weihnachtsmannschokoladeeinpackpapier

Slide 35 - Open question

Bushaltestellenhäuschen

Slide 36 - Open question

Mehrwertsteuer

Slide 37 - Open question