Hart en vaatziekten BBL uitleg

Hart en vaatziekten
1 / 28
next
Slide 1: Slide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

This lesson contains 28 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Hart en vaatziekten

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Periode 6
Week 1
Diabetes
Pat module 13:3
VVT deel 1:6
Week 2
Diabetes
Pat module 13:3
VVT deel 1:6
Week 3
Osteoporose, reuma en artrose
Pat module 2 en 10
VVT deel 1:5
Week 4
CVA
Pat module 12 VVT deel 1:10
Week 5
CVA
Pat module 12 VVT deel 1:10
Week 6
Aandoeningen hart en bloedvaten
Pat module 6 VVT deel 2:4
Week 7
Epilepsie, huntington, MS en ALS
Pat module 12
Week 8
GHZ 
Pat module 14:2
Hehandicaptenzorg
Week 9
Eindopdracht

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat hoop je te leren vandaag?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
Na deze les:
  • Weet je wat een hoge bloeddruk is en wat de gevolgen zijn
  • Weet je het verschil tussen aderverkalking, embolie, trombose en aneurysma

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hypertensie
Hypertensie = hoge bloeddruk

  • Bloeddruk is bij herhaling boven normaalwaarde
  • Oorzaak is vaak onbekend
  • Vaak zonder klachten

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Hypertensie/Hypotensie

Hypertensie/Hoge bloeddruk:

  • Te hoge druk op de bloedvaten, 
  • Vergrote kans op hart- en vaatziekten (beschadigd de wanden van de slagaders --> meer kans op slagaderverkalking)


Hypotensie/Lage bloeddruk:

  • hoofdpijn, duizeligheid
  • delen van het lichaam krijgen te weinig bloed -> zuurstof

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Hypertensie
Symptomen:
- Duizeligheid
- Hoofdpijn
- Rusteloosheid
- Kortademigheid
- Problemen met zien
- Pijn op de borst
- Verwarring
- Oorsuizen
- Tintelingen in handen en voeten
- Hartkloppingen
- (Spontane) neusbloeding
- Vermoeidheid
- Misselijkheid en braken

Slide 7 - Slide

  • Gedurende langere tijd boven 140/90
  • Klachten ontstaan meestal geleidelijk
  • Cliënt merkt er in eerste instantie niets van vaak per toeval ontdekt
  • gevolg hoge bloeddruk:
  • Grotere kans op hart- en vaatziekten (oa beroerte, vasculaire dementie).
  • Oogproblemen

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

Angina pectoris: een drukkend, zwaar gevoel en/of pijn midden op de borst dat ontstaat als de hartspier niet voldoende zuurstofrijk bloed toegevoerd krijgt om het hart zijn werk te laten doen. 
Hypertensie op lange termijn
Wanden van de bloedvaten beschadigen
minder flexibel zijn -> arteriosclerose 
Gevolg:
  • Bloeddruk stijgt nog meer
  • Plaques (atherosclerose)
 

Slide 10 - Slide

Op lange termijn is een hoge bloeddruk schadelijk voor het lichaam en is het een
risicofactor op hart- en vaatziekten, zoals een hartinfarct of een beroerte. 

Op termijn kunnen de wanden van de bloedvaten beschadigd raken en ook minder flexibel zijn -> arteriosclerose. 

Dit begint vaak in de kleinere vaatjes van het lichaam. 

Ook nierziekten en netvliesbeschadiging kunnen ontstaan door een hoge bloeddruk. 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
  1. Zoek de begrippen op:
  • Arteriosclerose
  • Trombose
  • Embolie
  • Aneurysma
  • Hypertensie
2. Benoem per begrip 1 lichaamsdeel waar dit het meeste voorkomt.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Arteriosclerose
  • Ook wel aderverkalking
  • Langzaam proces in de wand van aderen die steeds nauwer worden
  • Kan uiteindelijk leiden tot
      - Hart of herseninfarct
      - Etalagebenen
      - Slecht genezende wonden benen of voeten 

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Slide 14 - Video

This item has no instructions

Aderverkalking/plaques

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Plaques
  • Ontstaat wanneer de gladde laag beschadigt van ader
  • Er dringen witte bloedcellen en vette stoffen zoals cholesterol doorheen. 
  • Ze hopen zich op in de vaatwand. 
  • Vaatwand wordt steeds dikker. 
  • Er kan op die plek minder bloed doorheen.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Plaques
  • Plaques wordt steeds onstabieler
  • De plaque kan scheuren --> inhoud van de plaque in contact met het bloed.
  • Het bloed stolt en er ontstaat een bloedstolsel op de plaque. 
  • Dit bloedstolsel sluit de slagader. 
  • Stukje afbreken en verderop een bloedvat afsluiten --> gevolg bijv hartinfarct

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

plaque kan plotseling openscheuren. Dit leidt tot stolselvorming en plotselinge afsluiting van het bloedvat. (bij hart of herseninfarct of acute vaatafsluiting in been)
Naamgeving trombose/embolie
Trombose: In het bloedvat ontstaat een stolsel. Stolsel sluit bloedvat af
Doodsoorzaak nr 1! 1 op de 4 mensen overlijd aan trombose

Embolie: Wanneer stolsel losschiet en meegevoerd wordt met de bloedstroom

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Trombose
Systeem van stolling en antistolling is uit balans. 

3 factoren spelen een rol
  1. De toestand van de vaatwand (bv aderverkalking)
  2. Toestand van de bloedstroom (bv langzamer bij lang stil zitten/liggen)
  3. Samenstelling van het bloed (bv door zwangerschap of ziekte)

Als 1 verandert, neemt risico op bloedstolsels toe

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Trombosebeen
DVT= diep veneuze trombose

Een bloedprop sluit een diepgelegen ader in het been af.

Bloed kan niet meer goed van je been naar hart stromen --> been wordt dik

Risico longembolie neemt toe!

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Aneurysma
Door aderverkalking een zwakke plek in de wand van het bloedvat waardoor deze verwijd.

Kan scheuren = acute aneurysma
Vaak in lage deel aorta

Behandeling: operatie

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Longembolie

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Symptomen longembolie
  • Pijn op de borst
  • Kortademig
  • Benauwd
  • Versnelde ademhaling en hartslag

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

Een shock is een acute levensbedreigende situatie, waarbij het bloedvolume te laag is en daarom vitale lichaamsfuncties uitvallen. 
Opdracht 2
  1. Schrijf 2 overeenkomsten en 2 verschillen op tussen arteriosclerose, embolie en trombose
  2. Wat zal de behandeling inhouden bij deze ziektebeelden?

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Video

This item has no instructions