Week 6: Regelmatige werkwoord op -er

1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Welke Franse werkwoorden
op -er ken ik al?

Slide 2 - Mind map

Slide 3 - Video

Regelmatige ww op -er
Hoe vervoeg ik werkwoorden op -er?
1.  Pak het hele werkwoord                            Bijv: regarder

2. Haal -er van het werkwoord af,
    de stam blijft over                                         Bijv: regard

3. Plak de goede uitgang erachter!

Slide 4 - Slide

Uitgangen voo regelmatige ww op -er
je                   regarde            = ik kijk 
tu                  regardes          = jij kijkt
il/elle/on    regarde            = hij/zij/men kijkt
nous            regardons       = wij kijken
vous             regardez         = jullie kijken/ u kijkt
ils/elles       regardent       = zij kijken

Slide 5 - Slide

Handig!
Als je er een kunt vervoegen, kan je alle andere regelmatige werkwoorden op -er ook vervoegen.

Slide 6 - Slide

Welke vorm is goed?
Nous (travailler)
A
travaille
B
travailles
C
travaillent
D
travaillons

Slide 7 - Quiz

Welke vorm is goed?
Marie (danser)
A
dansez
B
danses
C
danse
D
dansons

Slide 8 - Quiz

Geef de juiste vorm:
Je (parler) de mes copains.
A
parles
B
pale
C
parle
D
parlez

Slide 9 - Quiz

Vervoeg het werkwoord, schrijf de hele zin op.
Tu (écouter) de la musique?

Slide 10 - Open question

Geef de juiste vorm:
Je (aimer) la musique.
A
je aime
B
j'aimez
C
j'aimes
D
j'aime

Slide 11 - Quiz

Geef de juiste vorm:
Le chien (tourner) en rond.
A
tourne
B
tournent
C
tournes
D
tournez

Slide 12 - Quiz

Vervoeg het werkwoord, schrijf de hele zin op.
Pierre et Sophie (chercher) les livres

Slide 13 - Open question

Kort samengevat
Regelmatige werkwoorden op -er: 
Neem de stam + uitgang erachter! 

Je parle
Tu parles
Il (elle) parle
Nous parlons
Vous parlez
Ils (elles) parlent

Slide 14 - Slide



Na deze les voel ik mij:
😒🙁😐🙂😃

Slide 15 - Poll

Slide 16 - Slide

Welkom
Herhaling vorige les
Opdrachten nakijken
Spelletje: wie of wat ben ik?

Slide 17 - Slide