Wk 14: hoofdgedachte + objectief en subjectief + zinsdelen

Tekstbegrip
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

Tekstbegrip

Slide 1 - Slide

Wat we deze week gaan doen
Lezen:
  • We herhalen de theorie over de hoofdgedachte
  • Je weet wat de hoofdgedachte is en kunt die vinden in een tekst.
  • Je weet wat feiten en meningen zijn
  • Je weet wat objectieve en subjectieve woorden zijn en kunt ze herkennen
Grammatica:
  • We herhalen de theorie over de zinsdelen
  • We oefenen met de zinsdelen en de drie werkwoordssoorten

Slide 2 - Slide

De hoofdgedachte (herhaling)
De hoofdgedachte is een zin die de hele tekst samenvat. Je vat dus eigenlijk het onderwerp en de hoofdzaken in 1 zin samen. Vaak staat deze zin letterlijk in het slot van de tekst, maar soms moet je de zin zelf bedenken.

Slide 3 - Slide

Oefening klassikaal
  1. Wat wilde men onderzoeken?
  2. Wat is de uiteindelijke conclusie?
  3. Wat is de hoofdgedachte?


Slide 4 - Slide

Oefening hoofdgedachte
Kies één van de volgende drie onderwerpen:
  • Leren op afstand
  • Olympische spelen
  • COVID 19
1. Op welke vraag wil je een antwoord krijgen (onderzoeksvraag)?
2. Ga op zoek naar dit antwoord, gebruik internet. Noteer je gevonden antwoord.
3. Verwerk je antwoord in een korte tekst. Geef wat extra uitleg/informatie over het onderwerp.
4. Verdeel je tekst in een inleiding, middenstuk en slot. Zet boven de tekst een titel.
5. Markeer de hoofdgedachte van jouw tekst.

In de volgende 2 dia's zie je een voorbeelduitwerking. Nu jij! Je maakt deze opdracht in je schrift.

Slide 5 - Slide

Gekozen onderwerp: aardbevingen (dit onderwerp kunnen jullie niet kiezen)

1. Op welke vraag wil je een antwoord krijgen?
Waarom hebben wij nauwelijks last van aardbevingen? 
2. Ga op zoek naar dit antwoord, gebruik internet.
Nederland ligt midden op een aardplaat en niet aan de grens ervan waar bevingen plaatsvinden. 
3. Verwerk je antwoord in een korte tekst.
zie volgende dia
4. Verdeel je tekst in een inleiding, middenstuk en slot. Zet een titel boven de tekst.   zie volgende dia
5. Markeer de hoofdgedachte van jouw tekst. zie volgende dia 


Slide 6 - Slide

Een aardbeving bij ons?

Regelmatig hoor je in het nieuws dat er ergens een aardbeving is geweest. Die plekken zijn vaak ver bij ons vandaan. Hoe komt het dat wij hier amper mee te maken hebben?

De aardkorst bestaat uit verschillende platen die voortdurend in beweging zijn. Ze bewegen slechts een paar centimeter per jaar. Dit merken wij niet, maar er staat wel veel spanning op deze platen. Als een plaat stopt met bewegen, wordt deze spanning erg groot. Met een enorme schok komen ze weer los en weer in beweging. Door de enorme schok komt de ene plaat tegen de andere aan. Op plekken waar platen elkaar op deze manier raken, ontstaan aardbevingen. 

Nederland ligt midden op een aardplaat en niet aan de grens ervan waar bevingen plaatsvinden. 

Slide 7 - Slide

(Aantekening) Feiten 
- zijn altijd waar
- zijn te controleren
- beschrijf je met objectieve woorden

Slide 8 - Slide

(Aantekening)Meningen
- Wat de schrijver, jij of een ander van iets vindt.
- Beschrijf je met subjectieve woorden

Slide 9 - Slide

Objectieve en subjectieve woorden
Objectief: Vanavond en vannacht is er een afwisseling van wolkenvelden en brede opklaringen. In het noordwestelijk kustgebied kan een enkele bui voorkomen, in de rest van het land is het overal droog.

Subjectief: De tekenaars waren van een grote klasse en hun schilderijen waren prachtig.

Subjectieve woorden geven aan wat iemand van iets vindt. 

Slide 10 - Slide

Opdracht subjectief en objectief taalgebruik
Maak 2 kolommen in je schrift. Boven de ene schrijf je 'objectief' en boven de andere 'subjectief'. 
Pak een leesboek. Ga op zoek naar zinnen met alleen maar objectieve woorden. Schrijf deze 5 voorbeeldzinnen in die kolom.  Schrijf de zin helemaal op.
Doe hetzelfde bij de subjectieve woorden. Onderstreep de subjectieve woorden in de 5 voorbeeldzinnen. 

Slide 11 - Slide

Checklist
Checklist--> Het volgende zou nu afgerond moeten zijn:


  • Je hebt de opdracht over de hoofdgedachte uit dia 5 gemaakt.
  • De aantekening over feiten en meningen staat in je schrift
  • Je hebt de opdracht uit dia 11 over subjectieve en objectieve woorden gemaakt.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Opdracht in groepjes
Je wordt door je docent in groepjes verdeeld en komt in een eigen 'klaslokaal'. 

Ga naar de opdracht: Drive --> grammatica --> blok 1 t/m 3 --> opdracht zinsdelen digitaal.

Slide 14 - Slide