wiea studenten quiz

Waarvoor zorgt een arbozorgsysteem?
A
Zo min mogelijk risico's voor werkgevers en werknemers
B
Zo min mogelijk risico's voor werknemers
C
Zo min mogelijk risico's voor werkgevers
1 / 22
next
Slide 1: Quiz
HandelMBOStudiejaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Waarvoor zorgt een arbozorgsysteem?
A
Zo min mogelijk risico's voor werkgevers en werknemers
B
Zo min mogelijk risico's voor werknemers
C
Zo min mogelijk risico's voor werkgevers

Slide 1 - Quiz

Wanneer is er sprake van een arbeidsongeval?
A
Als jij en je collega thuis een ongeluk hadden
B
Als er niemand gewond is geraakt, maar wel schade veroorzaakt
C
Als het ongeval onder werktijd gebeurt

Slide 2 - Quiz

Hoeveel uur per week mogen werknemers van 18 jaar en ouder werken?
A
60 uur
B
Dat beslist de werknemer zelf
C
80 uur

Slide 3 - Quiz

De juiste zithouding bereik je door
A
de stoel in de stand te zetten die bij jou past.
B
je schouders naar voren.
C
Zitten hoe je wil.

Slide 4 - Quiz

Wat betekent(PBM)
A
persoonbeschermignmiddel
B
persoonlijke beschermingsmiddelen.
C
personnenbeschrermingmiddel.

Slide 5 - Quiz

De juiste tiltechniek is
A
met je rug bol
B
benen gestrekt
C
Draai je voeten iets naar buiten.

Slide 6 - Quiz

Hoeveel werknemers heeft een middelgroot bedrijf ?
A
minder dan 500
B
minder dan 250
C
minder dan 175
D
minder dan 300

Slide 7 - Quiz

Hoeveel werknemers heeft een klein bedrijf ?
A
minder dan 150
B
minder dan 100
C
minder dan 50

Slide 8 - Quiz

hoeveel werknemers heeft een micro bedrijf
A
minder dan 50
B
minder dan 25
C
minder dan 15
D
minder dan 10

Slide 9 - Quiz

wat is een arbeidsorganisatie?
A
een bedrijf
B
Een organisatie die let op bedrijven
C
meerdere bedrijven bij elkaar

Slide 10 - Quiz

Wat is profit?
A
winst
B
omzet
C
verlies

Slide 11 - Quiz

Wat is organisatie structuur ?
A
De manier waarop een bedrijf werkt
B
De manier waarop een bedrijf is opgebouwd
C
De naam van een bedrijf

Slide 12 - Quiz

Wannneer ben je sociaal vaardig
A
Als je goed naar mensen luistert
B
Als je open staat voor een gesprek
C
Als je op een prettige manier met mensen omgaat

Slide 13 - Quiz

Wat zijn belangrijke vaardigheden
A
Werktempo
B
Beroeps houding
C
Sociale vaardigheid

Slide 14 - Quiz

waarom moet je op tijd komen op je werk ?
A
zodat je op tijd klaar bent
B
het is verplicht om naar je werk te gaan om de tijd die er staat
C
je kiest je eigen tijd

Slide 15 - Quiz

2. waarom moet je er goed en verzorgd uitzien
A
staat in de huisregels en is netjes voor de klanten
B
je trekt je trainingsbroek aan.
C
om er goed uit te zien voor jezelf

Slide 16 - Quiz

Wat moet je doen in de supermarkt als je een product laat vallen ?
A
het opeten
B
het eerst scannen en daarna weggooien
C
de klant moet het nog steeds kopen

Slide 17 - Quiz

wat moet je doen als de leverancier telaat is?
A
wachten tot hij komt
B
iets anders tot die tijd gaan doen
C
als hij komt nog niks gaan doen

Slide 18 - Quiz

waarom hebben alle leeftijden verschillende salarissen
A
het werk word zwaarder
B
het is normaal in Nederland
C
dat staat in de wet dat als je ouder word dat je ook meer moet verdienen

Slide 19 - Quiz

wat moet je doen als de klant u iets vraagt
A
luisteren en haar vraag beantwoorden
B
weglopen
C
niet met respect omgaan

Slide 20 - Quiz

Aan welke eisen moet je voldoen als je gaat solliciteren
A
je id je schooltijden je gegevens je bankpas laten zien
B
paspoort
C
Kaugom in

Slide 21 - Quiz

Wat houd een functie in in een bedrijf
A
wat je gaat doen in een bedrijf en wat voor taak je krijgt
B
doen wat je zelf wilt
C
je eigen doen en taak doen

Slide 22 - Quiz