Meesterproef

Elektriciteit maken
1 / 18
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo lwoo, b, kLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 20 min

Items in this lesson

Elektriciteit maken

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Na deze les kun je:
  • Verschillende spanningsbronnen benoemen
  • Voor - en nadelen van meerdere energiesoorten benoemen
  • Uitleggen hoe een elektriciteitscentrale werkt

Slide 2 - Slide

Denk eens na over alle elektrische apparaten die je gebruikt.
Waar krijgen deze hun elektriciteit van?

Slide 3 - Mind map

Spanningsbronnen

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Elektriciteitscentrales
Verbranden van fossiele brandstoffen om van water stoom te maken en via een grote dynamo om te zetten in elektriciteit
  • Schadelijk voor milieu
  • Niet duurzaam
  • Luchtvervuiling
  • Grondverzakkingen

Slide 6 - Slide

Kun je alternatieven bedenken voor het verbranden van fossiele brandstoffen om elektriciteit te maken?

Slide 7 - Mind map

Alternatieve energiebronnen

Slide 8 - Slide

Duurzame energiebronnen
Energiebronnen die gebruik maken van wind, zon of water om elektriciteit te maken.
voordelen
  • duurzaam
  • niet vervuilend

Slide 9 - Slide

Kun je nadelen noemen van duurzame energiebronnen?
(inclusief kernenergie)

Slide 10 - Mind map

Nadelen duurzame energie
  • Niet altijd beschikbaar (zon/wind)
  • Duur om te maken
  • Kernenergie zorgt voor kernafval 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Leerdoelen
Na deze les kun je:
  • Verschillende spanningsbronnen benoemen
  • Uitleggen hoe een elektriciteitscentrale werkt
  • Voor - en nadelen van meerdere energiesoorten benoemen

Slide 13 - Slide

Noem een aantal spanningsbronnen die je nu kent

Slide 14 - Mind map

Kernenergie is duurzaam
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Wat is/zijn voordelen van fossiele brandstoffen?
A
Geen luchtvervuiling
B
Makkelijk te verbranden
C
Goedkoop
D
Raakt niet op

Slide 16 - Quiz

Duurzame energiebronnen zijn altijd beschikbaar
A
Niet waar
B
waar

Slide 17 - Quiz

In een centrale draait een dynamo door:
A
Water
B
Lucht
C
Olie
D
Stoom

Slide 18 - Quiz