Spelling H4 donderdag 10 april

- Uitleg Spelling H4 (+ hw maken)


1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

- Uitleg Spelling H4 (+ hw maken)


Slide 1 - Slide

Lesdoelen
Spelling H4:

- Je beheerst de werkwoordspelling van de Nederlandse taal (herh.).

- Je kunt langere samenstellingen correct spellen.

- Je weet wanneer je woorden los of aaneen schrijft.

- Je weet welke tussenletters je gebruikt bij samenstellingen (herh.).

Slide 2 - Slide

(belanden) jouw oude telefoon in een la zodra je een nieuwe hebt?

Slide 3 - Open question

Sinds 2007 zijn er al zo'n tien miljard smartphones (produceren).

Slide 4 - Open question

Het (gebeuren) vaak dat zo'n telefoon amper twee jaar wordt gebruikt.

Slide 5 - Open question

Slecht een deel wordt daarna (recyclen).

Slide 6 - Open question

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Aaneenschrijven of los?

1 Samenstellingen die één betekenis hebben, schrijf je aaneen (behalve bij getallen of tekens)

lageloonlanden, hogedrukreiniger, langeafstandloper, @-teken, 50 eurobiljet

2 Splitswerkwoorden (scheidbaar samengestelde werkwoorden) schrijf je aaneen

pianospelen, stukmaken, oproken

3 Combinaties van een voorzetsel met bijwoord of twee bijwoorden schrijf je aaneen

eroverheen, waardoor, daarboven


Slide 11 - Slide

Bestudeer de theorie op blz. 164 in het lesboek. Bekijk in de bovenste tekst de tabel met 5 regels over het aan elkaar schrijven van woorden. Lees ook de bijbehorende voorbeelden.

Slide 12 - Slide

seconde + wijzer =
A
secondenwijzer
B
secondewijzer

Slide 13 - Quiz

rogge + brood =
A
roggenbrood
B
roggebrood

Slide 14 - Quiz

spin + web=
A
spinnenweb
B
spinneweb

Slide 15 - Quiz

dronken + lap =
A
dronkenlap
B
dronkelap

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Huiswerk

1 Maak de opdrachten
Spelling H4: 1 - 5

2 Kijk ze na met de antwoorden onder de notitie in som bij het huiswerk van vandaag. (Eerst maken, dan nakijken :) )

3 Dictee (opdracht 6) Open de powerpoint uit de bijlage om het dictee te maken, kijk het daarna na.

Slide 19 - Slide