Cas en Melle

Cas en Melle
1 / 30
next
Slide 1: Slide
EngelsBasisschoolGroep 6

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Cas en Melle

Slide 1 - Slide

Wat is het grootste meer van Nederland?

Slide 2 - Open question

In welk land leven de meeste inwoners?

Slide 3 - Open question

Hoeveel landen zijn er lid van de NAVO?

Slide 4 - Open question

15 x 15 =

Slide 5 - Open question

Er zijn er 54 knikkers. Jan heeft er 45. Hoeveel heeft Pieter er?

Slide 6 - Open question

Wat is de hoofdstad van Noord-Holland?

Slide 7 - Open question

570 - 90 =

Slide 8 - Open question

Van welk land verloor Nederland (voetbal) de WK finale in 2010?

Slide 9 - Open question

In welke stad staat de Eiffeltoren?

Slide 10 - Open question

Hoe heet de koningin van Nederland?
Alleen de voornaam.

Slide 11 - Open question

Uit welk land komt de pizza?

Slide 12 - Open question

780 - 20 + 30 =

Slide 13 - Open question

Hoe heet een mannetjeskat?

Slide 14 - Open question

Waar woont Spongebob?

Slide 15 - Open question

Welke kleur krijg je als je geel met blauw mengt?

Slide 16 - Open question

Door welk eten wordt Popeye sterk?

Slide 17 - Open question

Hoeveel ringen heeft het symbool van de Olympische Spelen?

Slide 18 - Open question

Welke balsport wordt ook wel pingpong genoemd?

Slide 19 - Open question

Welke dieren werden vroeger gebruikt om brieven te sturen?

Slide 20 - Open question

In welke film spelen de 101 honden de hoofdrol?

Slide 21 - Open question

39 - 5 + 7 =

Slide 22 - Open question

Wat is de voornaam van Ronaldo?

Slide 23 - Open question

Wat is de voornaam van Messi?

Slide 24 - Open question

Hoeveel continenten zijn er op de wereld?

Slide 25 - Open question

Welk land heeft de grootste populatie ter wereld?

Slide 26 - Open question

Wat is de langste rivier ter wereld?

Slide 27 - Open question

Hoeveel weken zitten er in een jaar?

Slide 28 - Open question

Wat ontdekte Columbus?

Slide 29 - Open question

Het begrip "peperduur" komt van vroeger. Wat betekent dat?

Slide 30 - Open question