LOOPBAANORIËNTATIE EN -BEGELEIDING

• LOB
• MBO
• Studiejaar 3

LOOPBAANORIËNTATIE EN -BEGELEIDING

Les 1

Leerdoelen

1. Aan het einde van de les kun je je eigen kwaliteiten en motieven reflecteren. 

2.  Aan het einde van de les weet je waar je mogelijkheden tot werkexploratie kunt vinden. 

3. Aan het einde van de les kun je een begin maken in het  opstellen van een plan voor je eigen loopbaansturing.

Wat weet je al over loopbaanoriëntatie?

Kwaliteitenreflectie

• Analyseren van eigen sterktes en zwaktes

Werkexploratie

• Onderzoeken van verschillende beroepen en werkzaamheden

Loopbaansturing

• Plannen en bijsturen van je eigen loopbaan

Motievenreflectie

• Overdenken van je drijfveren en interesses

Netwerken

• Gebruiken van sociale netwerken voor loopbaanontwikkeling

Samenvatting

Loopbaanoriëntatie en -begeleiding helpt bij het ontdekken van persoonlijke kwaliteiten, motieven, en interesses, het verkennen van de arbeidsmarkt, het vinden van mogelijkheden voor werkexploratie en het sturen van de eigen loopbaan.

Definitielijst

Kwaliteitenreflectie: Het proces van nadenken over je eigen vaardigheden, talenten en verbeterpunten. 

Werkexploratie: Het actief verkennen van verschillende soorten werk en werkomgevingen om beter te begrijpen wat bij je past. 

Loopbaansturing: Het actief plannen, monitoren en bijstellen van je loopbaanpad. Motievenreflectie: Het overwegen van je persoonlijke beweegredenen en interesses in relatie tot werk. 

Netwerken: Het opbouwen en onderhouden van relaties met mensen die kunnen bijdragen aan je professionele ontwikkeling.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.