Extra les: Voedingsmiddelen en voedingstoffen

Thema 2 Voeding en Vertering

2.01 Voedingsmiddelen en Voedingstoffen
1 / 21
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Thema 2 Voeding en Vertering

2.01 Voedingsmiddelen en Voedingstoffen

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
- Je kunt de functies van voedingstoffen en voedingsvezel in voedingsmiddelen benoemen



- Je kunt zes groepen voedingstoffen met hun functies en kenmerken kunnen noemen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Voedingsmiddelen
Alle producten die je eet en drinkt noem je voedingsmiddelen.

Twee varianten:
  • Plantaardig 
  • Dierlijk

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Plantaardig

Dierlijk

Slide 4 - Drag question

Alle producten die je eet en drinkt noem je voedingsmiddelen. Deze kunne plantaardig of dierlijk zijn. 
Voedingsstoffen 
In voedingsmiddelen zitten voedingsstoffen (hele kleine stukjes uit ons voedsel wat ons lichaam voor verschillende doeleinden gebruikt) 

Voedingsmiddelen
Voedingsstoffen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Voedingsstoffen
Voedingsstoffen zijn stoffen die je lichaam nodig heeft voor energie, groei en herstel. 

Voedingsstoffen kunnen vier functies hebben:
  • Brandstof 
  • Bouwstof 
  • Reservestof 
  • Beschermende stof


Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Bouwstoffen zorgen voor groei, sporters en bodybuilders gebruiken dit veel om meer spieren te krijgen. Of pubers in de groei!

Brandstoffen gebruik je om energie van te krijgen. Jouw lichaam verbrandt deze stoffen zodat je kunt bewegen of leren.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Reservestoffen worden opgeslagen in jouw lichaam totdat deze het nodig heeft. 

Beschermende stoffen zorgen ervoor dat je lichaam gezond blijft. 

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Bouwstoffen worden gebruikt om...

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

Brandstoffen
Bouwstoffen
Reservestoffen
Beschermende stoffen
Zorgen ervoor dat je niet ziek wordt
Niet direct nodig, worden opgeslagen in lichaam
Leveren energie, nodig voor verbranding
Nodig voor groei, ontwikkeling en herstel bij schade, om nieuwe cellen en weefsels te maken

Slide 10 - Drag question

This item has no instructions

Eiwitten
Eiwitten dienen als bouwstoffen en brandstoffen. 

Ze zitten veel in vlees, vleesvervangers en eieren.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Koolhydraten
Koolhydraten dienen als brandstof, maar worden soms gebruikt als bouwstof of reservestof.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Water
Water is de belangrijkste bouwstof voor het lichaam en water speelt een belangrijke rol bij het vervoeren van andere stoffen in het lichaam.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Vetten
Vetten zijn een hele goede brandstof, maar worden snel opgeslagen als reservestoffen.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Mineralen
Mineralen in ons lichaam zijn vooral bouwstoffen en beschermende stoffen. Het zijn zouten, bijvoorbeeld Calcium (voor je botten) of Natrium.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Vitaminen
Vitaminen zijn de belangrijkste beschermende stoffen. 
Er zijn er erg veel en zorgen dus dat je gezond blijft.
A, B, C, D en K. 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Deze voedingstoffen behoren tot de:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Deze voedingstoffen behoren tot de:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Deze voedingstoffen behoren tot de:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Deze voedingstoffen behoren tot:
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Eiwitten
D
Water

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Maak nu de opdracht 2.01 Voedingsmiddelen en Voedingstoffen in Quayn. Opdracht 1 t/m 14
Opdracht 1 t/m 14
Blz. boek: 40 t/m 44
Werk eerst in stilte (rood bord) 
Overleg daarna (fluisterend) met je buurman/vrouw (oranje bord) 

timer
10:00

Slide 21 - Slide

This item has no instructions