4.4 het verteringsstelsel

Planning
1. PTA planning bekijken
2. Uitleg over verteringsstelsel (4.4)
3. Aan de slag met toets voor toetsweek
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Planning
1. PTA planning bekijken
2. Uitleg over verteringsstelsel (4.4)
3. Aan de slag met toets voor toetsweek

Slide 1 - Slide

PTA

Slide 2 - Slide

Herhaling
Schrijf het antwoord in je schriftje
1. Welke 6 groepen voedingsstoffen heb je?

2. Wat is de taak van eiwitten? In welke voedingsmiddelen zitten veel eiwitten?
timer
1:00

Slide 3 - Slide

Lesdoelen
  • Je kunt de functie van vertering, verteringssappen en enzymen beschrijven.

  • Je kunt de delen van een gebit noemen met hun functie.

  • Je kunt de werking en functie van de darmperistaltiek beschrijven.

Slide 4 - Slide

Verteringsstelsel
= Orgaanstelsel met organen die samen zorgen voor de spijsvertering. 

Doel: voedingsstoffen opnemen in het bloed
  • dit gebeurt direct
  • of via vertering = het bewerken van voedingsstoffen voordat het in het darmkanaal kan worden opgenomen (kleiner maken van voedsel)

  • Vertering: het omzetten van voedingsstoffen die niet door de darmwand heen in het bloed kunnen worden opgenomen, in verteringsproducten die wel in het bloed kunnen worden 
  • Afbraak door te kauwen (mechanisch) en door verteringssappen (chemisch) toe te voegen.

Dit is een aantekening

Slide 5 - Slide

Opdracht
Welke voedingsstoffen moeten er eerst worden verteerd voordat ze worden opgenomen in het bloed?
kies uit: water, glucose, vitaminen, mineralen, eiwitten, koolhydraten en vetten
timer
1:00
Tip; lees 2.2

Slide 6 - Slide

Antwoord
  • Eiwitten, koolhydraten en vetten kunnen niet door de darmwand heen, deze voedingsstoffen moeten eerst verteerd worden.

  • Water, glucose, vitaminen en mineralen passen zonder vertering door de darmwand!

Slide 7 - Slide

Mechanische vertering:
  • kneden, kauwen en mengen van het voedsel door gebit en spieren. bijv. kauwen, darmperistaltiek

Chemische vertering:
  • het fijn gekauwde voedsel verder afbreken door verterings- sappen met enzymen.
Soorten vertering
Dit is een aantekening

Slide 8 - Slide

Opdracht
1. Wat zijn verteringssappen?
2. Welke verteringssappen heb je?
3. Wat zijn enzymen?
timer
1:00
Tip; lees 4.4

Slide 9 - Slide

Antwoorden
1. Verteringssappen= sappen gemaakt door spijsverteringsklieren.

2.
  • Speekselklieren
  • Maagsapklieren
  • Lever
  • Alvleesklier
  • Darmsapklieren

Bevat vaak enzymen = helpen met het omzetten van de ene stof in een andere stof.

Slide 10 - Slide

Enzymen
  • Enzymen zijn stoffen die  reacties sneller laten verlopen. Ze zetten stoffen om in andere stoffen.
  • Het enzym zelf verandert niet en kan opnieuw gebruikt worden.

Slide 11 - Slide

Enzym-werking:

Slide 12 - Slide

Mechanische vertering:
  • kneden, kauwen en mengen van het voedsel door gebit en spieren. bijv. kauwen, darmperistaltiek

Chemische vertering:
  • het fijn gekauwde voedsel verder afbreken door verterings- sappen met enzymen.
Vormen van vertering

Slide 13 - Slide

Opdracht
1. Wat is de taak van kauwen?
2. Wat doen lengtespieren en kringspieren in de darmen?
3. Wat zijn peristaltische bewegingen?
4. Wat doen voedingsvezels?
timer
10:00

Slide 14 - Slide

Antwoorden
1. Functie: voeding in kleinere stukken verdelen
, zodat: 
  • je het voedsel beter door kan slikken 
  • het oppervlak van het voedsel wordt 
       vergroot --> enzymen kunnen beter 
       inwerken 

Slide 15 - Slide

peristaltische bewegingen

Slide 16 - Slide

2. kringspieren (vernauwen) en lengtespieren (verwijden) de darmen.

3. Peristaltische bewegingen = het afwisselend samentrekken en ontspannen van de kring- en lengtespieren.

4. Voedingsvezels stimuleren de spieren in de darmwand en zorgen zo voor een goede darmwerking
Antwoorden
Tekst

Slide 17 - Slide

Aan de slag
4 opdrachten bij 4.4

Slide 18 - Slide