les 3 Ziekten en aandoeningen

Gezondheidskunde
Ziekten en aandoeningen
Bron: boek persoonlijke verzorging 
Thema 1 onderdeel 4
1 / 23
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Gezondheidskunde
Ziekten en aandoeningen
Bron: boek persoonlijke verzorging 
Thema 1 onderdeel 4

Slide 1 - Slide

Agenda
- casus lesstof les vorige week
- theorie ziekten en aandoeningen
- eigen aanvulling ziekten en aandoeningen
- huiswerk en afronding

Slide 2 - Slide

Leervragen
  1. wat zijn de 2 hoofdoorzaken van ziekten?
  2. wat is een infectieziekte?
  3.  wat is het verschil tussen algemene weerstand en specifieke weerstand?
  4. wat is een ontsteking?
  5. wat betekent incubatietijd?

Slide 3 - Slide

Hoe ging het?

Slide 4 - Slide

Ziekten en aandoeningen

Slide 5 - Slide

Oorzaken?
Ziekten en aandoeningen kunnen veel verschillende oorzaken hebben, maar er zijn twee hoofdgroepen: 
  1. inwendige oorzaken 
  2. uitwendige oorzaken.

Slide 6 - Slide

Wat zijn volgens jou inwendige oorzaken en geef 1 voorbeeld

Slide 7 - Open question

Inwendige oorzaken 
Inwendig: komt van binnen
  1. ziekten en aandoeningen door een bepaalde erfelijke aanleg (afwijking in het erfelijkheidsmateriaal)
  2. aangeboren ziekten (voor, tijdens of vlak na de geboorte)
  3. auto-immuunziekten (lichaam breekt eigen lichaamscellen af)


Slide 8 - Slide

Wat bedoelen we met uitwendige oorzaak en geef een voorbeeld

Slide 9 - Open question

Uitwendige oorzaak
Invloeden van buitenaf veroorzaken de ziekte/aandoening. Bijvoorbeeld:
  • verkeersongeval
  • verbranding
  • te weinig eten

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Link

Bij een mechanische oorzaak denken we aan:
A
Bedrijfsongeval
B
roken
C
teveel eten
D
steekpartij

Slide 12 - Quiz

Bij welke categorie hoort COVID-19?
A
chemisch
B
macro-organismen
C
leefstijl
D
micro-organismen

Slide 13 - Quiz

Infectieziekten

Slide 14 - Slide

Infectieziekten
Een infectieziekte is een ziekte veroorzaakt door schadelijke micro-organismen (ziekteverwekkers) die het lichaam zijn binnengedrongen (virus/bacterie).

Slide 15 - Slide

Verschil infectie en ontsteking
ontsteking : plaatselijke reactie. 
 infectie :het hele lichaam reageert op de schadelijke micro-organismen. Je hebt algemene ontstekingsreacties en je voelt je ziek. 
Algemene ontstekingsreacties zijn koorts, je niet lekker voelen en stijging van het aantal witte bloedlichaampjes (te meten via bloedonderzoek).

Slide 16 - Slide

Ontsteking of infectie?
Voorbeeld
Job is beroepskracht MZ. Hij bekijkt de wijsvinger van Marrit waarin diep een splinter zit. De wijsvinger van Marrit is rood en opgezet. Ook voelt de vinger warm aan. ‘Doet het pijn?’ vraagt Job. Marrit knikt. ‘Ik kan hem ook niet goed bewegen’, zegt ze. 

Slide 17 - Slide

Is hier sprake van een ontsteking of een infectie?
A
ontsteking
B
infectie

Slide 18 - Quiz

Hoe komt het dat de 1 wel ziek wordt en de ander niet?

Slide 19 - Open question

Slide 20 - Link

Wat bedoelen we met "incubatietijd''?
A
het tijdsduur van de ziekte
B
het moment waarop je de ziekteverschijnselen ziet
C
de tijd tussen de besmetting en het uitbreken van ziekte
D
het moment wanneer je je ziek begint te voelen

Slide 21 - Quiz

Weerstand
Het immuunsysteem (afweersysteem) is het verdedigingsmechanisme van het menselijk lichaam dat bestaat uit een algemene weerstand (weerstand tegen ‘alle’ ziekten) en een specifieke weerstand (weerstand tegen een bepaalde ziekte).

Algemeen: goede gezondheid (voeding,slaap,gezonde gewoonten)
specifieke weerstand: Dit houdt in dat het lichaam gericht antistoffen (antilichamen) aanmaakt tegen een bepaalde ziekte na infectie met of vaccinatie tegen deze ziekte.

Slide 22 - Slide

Afronding les
  • Leervragen
  • Huiswerk: boek persoonlijke verzorging
Thema 1.4 ziekten en aandoeningen 
opdrachten 1 - 11

Slide 23 - Slide