Eiwitten: bouwstof, soms als brandstof. Denk aan cellen, cytoplasma, DNA, enzymen.
Koolhydraten: brandstof en reservestof (bijv. suiker, glucose, zetmeel en cellulose).
Vetten: brandstof, die kan worden opgeslagen als reservestof en bouwstof.
Water: bouwstof.
Mineralen: bouwstof en beschermende stof (bv. calcium, ijzer en fluoride).
Vitaminen: beschermende stof; worden aangeduid met een letter/nummer. (bijv. vitamine B12).