ontwikkeling 2.1 par. 4.2

Ontwikkeling 2.1 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
OntwikkelingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Ontwikkeling 2.1 

Slide 1 - Slide

einddossiers
korte uitleg over de dossiers.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

jonge kinderen leren zo!
Paragraaf 4.2

Slide 4 - Slide

lesdoelen 
De student kent het verloop van de cognitieve ontwikkeling van het kind van 0 – 6 jaar

De student weet hoe de relatie met de uitgangspunten van de Piaget is in deze fase.
De student kent termen die bij deze fase van de cognitieve ontwikkeling horen zoals: reflexen, objectpermanentie, mentale representatie, animistisch, centratie en conservatie.


Slide 5 - Slide

Cognitieve ontwikkeling is:

Slide 6 - Open question

cognitieve ontwikkeling 0-6 jaar
0-2 jaar
sabbelen en imiteren
2-4 jaar
fantasie vs werkelijkheid
4-6 jaar
de wereld willen begrijpen

Slide 7 - Slide

Jean Piaget
sensomotorische fase
zintuigen om te ontdekken
preoperationele fase
met taal ontdekken en besef van vaste volgrode
concreet operationele fase
leren ordenen, tellen en rekenen
formeel operationele fase
ruimtelijk en abstract denken

Slide 8 - Slide

sabbelen en imiteren hoort bij.....fase van Paiget
A
sensomotorische fase van Piaget
B
pre-opertationele fase
C
concreet operationele fase
D
formeel operatioponele fase

Slide 9 - Quiz

werkelijkheid vs fantasie hoort bij....fase
A
sensomotorische fase van Piaget
B
pre-opertationele fase
C
concreet operationele fase
D
formeel operatioponele fase

Slide 10 - Quiz

de wereld willen begrijpen hoort bij de ....fase van Piaget
A
sensomotorische fase van Piaget
B
pre-opertationele fase
C
concreet operationele fase
D
formeel operatioponele fase

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Video

begrippen leren
cognitieve ontwikkeling
begrippen
sabbelen en immiteren
reflexen, objectpermanentie, mentale representatie
fantasie vs werkelijkheid
animistisch
de wereld willen begrijpen
centratie, conservatie

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

animistisch denken
Als kinderen denken dat voorwerpen kunnen praten.
Bijvoorbeeld: een kind komt met zijn fietsje tegen een hekje aan. 
Het kind zegt dan: Fiets heeft zich au gedaan.

Slide 15 - Slide

animistisch denken
Ook in de Efteling wordt gebruik gemaakt van ontwikkelingspsychologische inzichten.
Schrijf op je wisbordje eens een attractie?

Slide 16 - Slide

eindopdracht
Bedenk een hele nieuwe attractie voor de Efteling vanuit het animistisch denken. 
Je weet........ Bij de Efteling wordt er altijd 'out of the box' gedacht!

Bedenk er dus iets echt creatiefs voor! En laat dat ook zien in je product!

Slide 17 - Slide

verantwoording
1.Een beknopte samenvatting van de theorie die is behandeld tijdens de les waar de eindopdracht bij hoort. (Ong. 6 regels)
 
2. Waarom het voor jou als onderwijsassistent van belang is dat je kennis hebt van deze theorie. (Gebruik voorbeelden)

3. Op welke manier je deze theorie kan toepassen in de beroepspraktijk. (Gebruik ook voorbeelden). 

Slide 18 - Slide