Paragraaf 5.4 vervolg

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Geschiedenis

Hoofdstuk 5: Steden, staten en de kerk

Tijdvak 4: Steden en staten

Paragraaf 5.4

HA1A

Wat gaan we doen?

Leerdoelen

Aantekeningen

Huiswerk

Leerdoel(en) vorige les

• Je kunt de belangrijkste gevolgen noemen van de opkomst van de geldeconomie voor het bestuur.

• Je kunt uitleggen waarom de paus en vorsten in de late middeleeuwen een conflict hadden met elkaar.

Welk voordeel had de koning toen de geldeconomie opkwam?

1. Vorsten konden ambtenaren aanstellen
2. Vorsten konden een huurleger betalen
3. Vorsten konden in luxe leven
4. ze werden stinkend rijk

Waarover hadden de paus en keizer ruzie?

1. Bisschoppen
2. De kerkleer
3. Priesters
4. Leenmannen

Wat werd er besloten in 1122?

Leerdoel(en) 

• Je kunt beschrijven hoe vorsten probeerden centraal bestuur in te voeren.

5.4 Steeds meer centraal bestuur

• Voor 1200 reisden vorsten rond in hun gebied om zaken te regelen.
• Na 1200 bleven vorsten op 1 plek en probeerden ze in hun hele land dezelfde wetten en regels in te voeren. dit heet centraal bestuur. 
• Zo ontstonden ook de eerste staten: landen met duidelijke grenzen waar dezelfde regels gelden. 

Galgje

Maak tweetallen en pak 1 boek erbij.

1 van jullie kiest een begrip op BLZ. 101 en 102.

De ander probeert het woord te raden voordat de galg af is.

Raad je het dan krijg je 1 punt anders krijgt de ander 1 punt.

Wie het eerst drie punten heeft wint!

Huiswerk

Maak opdracht 8,9 en 11 van paragraaf 5.4