What is LessonUp
Search
Channels
AI tools
Log in
Register
‹
Return to search
Sein
persoonlijk voornaamwoord
&
het werkwoord "sein"
1 / 26
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 1,2
This lesson contains
26 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
15 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
persoonlijk voornaamwoord
&
het werkwoord "sein"
Slide 1 - Slide
Was machen wir heute?
- IDEWIS
- het werkwoord sein
Slide 2 - Slide
Wat is een persoonlijk voornaamwoord?
Slide 3 - Slide
Wat is een werkwoord?
Slide 4 - Slide
ik = ich
jij = du
hij = er
zij = sie
het = es
wij = wir
jullie = ihr
zij = sie
u = Sie
Slide 5 - Slide
EZELSBRUGGETJE
IDEWIS
ich ->
i
du ->
d
er/sie/es ->
e
wir ->
w
ihr ->
i
sie/Sie ->
s
Slide 6 - Slide
Ik
jij
hij
zij
het
wij
jullie
zij
U
ihr
er
Sie
wir
sie (enkelvoud)
du
sie (meervoud)
es
ich
Slide 7 - Drag question
Vertaal het woord tussen haakjes.
Mein Freund heißt Julian.
(Hij) ist 15 Jahre alt.
A
er
B
sie
C
es
Slide 8 - Quiz
Vertaal het woord tussen haakjes.
Das ist Frau Stolze.
(Zij) wohnt neben uns.
A
er
B
sie
C
es
Slide 9 - Quiz
ik ben
ich bin
jij bent
du bist
hij is
er ist
zij is
sie ist
het is
es ist
wij zijn
wir sind
julliezijn
ihr seid
zij zijn
sie sind
U bent
Sie sind
Slide 10 - Slide
Het werkwoord sein
ich
du
er/sie/es
wir
ihr
sie/Sie
bin
bist
ist
sind
seid
sind
Slide 11 - Drag question
du ....................
A
seid
B
bist
C
ist
D
sind
Slide 12 - Quiz
ihr ....................
A
bist
B
sind
C
bin
D
seid
Slide 13 - Quiz
Agnes und Martin .............
A
seid
B
sind
C
bist
D
ist
Slide 14 - Quiz
Das Kind ............
A
bin
B
bist
C
ist
D
seid
Slide 15 - Quiz
Warum ............. Sie hier?
A
seid
B
bist
C
ist
D
sind
Slide 16 - Quiz
es ....................
A
bin
B
bist
C
sind
D
ist
Slide 17 - Quiz
Wie alt (bent u)?
(Hij is) 13 Jahre alt.
Wo (ben jij) geboren?
(Ik ben) in Berlin geboren.
(Het is) eine schöne Stadt.
sind Sie
er ist
bist du
ich bin
es ist
Slide 18 - Drag question
hebben
haben
ik heb
ich
jij hebt
du
hij/zij/het heeft
er/sie/es
wij hebben
wir
jullie hebben
ihr
zij hebben
sie
u heeft
S
ie
Wiederholung! 'Haben'
habe
hast
hat
haben
habt
haben
haben
Slide 19 - Drag question
Wat ga je doen?
Je maakt opgave 10 & 11 op blz. 22/23
Hoe ga je dat doen?
Je mag overleggen op fluistertoon.
Hulp?
Groene blok, buur, docent
Tijd?
+- 10 min
Uitkomst?
Je kunt het persoonlijk voornaamwoord gebruiken.
Je kunt het werkwoord sein in de tt gebruiken.
Klaar?
Slimstampen (Grammatik) minimaal 5 min. Laten controleren door mij!
Daarna -> iets voor jezelf doen.
Slide 20 - Slide
(haben) ich .....
A
haben
B
habbe
C
hab
D
habe
Slide 21 - Quiz
du (haben)
A
hat
B
hast
C
haben
Slide 22 - Quiz
Es .................... (haben)
A
habt
B
hast
C
haben
D
hat
Slide 23 - Quiz
Sie ....... (haben)
A
habe
B
haben
Slide 24 - Quiz
Paula..................... (haben)
A
habt
B
haben
C
hat
D
sind
Slide 25 - Quiz
das Ende :)
Slide 26 - Slide
More lessons like this
1TL periode 1 les 5
July 2025
- Lesson with
20 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
1KB periode 1 les 5
July 2025
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
K1 persoonlijk voornaamwoord & werkwood sein
September 2019
- Lesson with
14 slides
Duits
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 1
1TL periode 1 les 9
July 2025
- Lesson with
16 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
1KB periode 1 les 18
July 2025
- Lesson with
17 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
1KB periode 1 les 21
July 2025
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
1KB periode 1 les 7
July 2025
- Lesson with
15 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1
1TL periode 1 les 8
July 2025
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 1