Lesson 1: Reading opdr.: 7 t/m 10

Vak: Engels
Hoofdstuk: 4
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting
1 / 25
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Vak: Engels
Hoofdstuk: 4
1.
Lesopening
2.
Leergebiedoverstijgende doelen + arrangementen
3.
Lesdoel (+ minicheck)
4. 
Instructie
5.
Begeleid inoefenen
6. 
Zelfstandig werken
7.
Evaluatie + afsluiting

Slide 1 - Slide

1. Lesopening
Take your English book, don't open it yet!




Slide 2 - Slide

2. Leergebiedoverstijgende doelen
Zelfstandig leren
- Werkt in de gestelde tijd zelfstandig aan opdrachten op zijn planner (bord, agenda) en houdt zelf de tijd in de gaten om het af te krijgen. 

Reflecteren
- Kijkt zijn eigen werk na en corrigeert waar nodig.  



Slide 3 - Slide

Arrangementen
- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie na het benoemen van de lesdoelen en het lezen van de theorie. 
Alex

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 
De rest van de klas

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 
Jara

Slide 4 - Slide

3. Lesdoel
Na deze les kun je:
- onregelmatige werkwoorden
- Grammar I will go
- Grammar vergelijken (slow / slower / slowest)


Slide 5 - Slide

Verdiept arrangement:
Alex. 

Huiswerk noteren + maken:
Les: 1
blz.: 14 t/m 18
opdr.: 7 t/m 10

Slide 6 - Slide

Mini-check
Quiz mee

Slide 7 - Slide

slow
rich
fit
beautiful
vergelijkend             vergrotend              overtreffend
slower
richer
more beautiful
fitter
most beautiful
fittest
slowest
richest

Slide 8 - Drag question

We use "will/won't" to:
A
talk about future plans/intentions
B
to talk about future facts/predictions
C
to talk about fixed future plans

Slide 9 - Quiz

Kijk naar het teken dat vóór de zin staat.
Vul dan in: will, won’t of shall.

+ My parents ........ buy a new car.
A
will
B
won't
C
shall

Slide 10 - Quiz

Kijk naar het teken dat vóór de zin staat.
Vul dan in: will, won’t of shall.

? ...... I help you?
A
will
B
won't
C
shall

Slide 11 - Quiz

Wie maakt wat?
3 vragen goed? Zelfstandig aan de slag:
 Les 1, blz. 14 t/m 18, opdr. 7 t/m 10

De rest doet mee met de instructie

Slide 12 - Slide

4. Instructie

Slide 13 - Slide

adjectives - 1 lettergreep
-er/-est
nice -  The student has a nice room.
nicer than - This man is nicer than that man.
the nicest - My school has the nicest teachers.

Slide 14 - Slide

Adjectives - 2 lettergrepen
eindigen op -le, -r, -ow -y, -some

-er/-est - let op aanpassingen in de spelling!
narrow - narrower than - the narrowest  (=nauw)
easy - easier than - the easiest ( gemakkelijk)
gentle - gentler than - the gentlest ( zacht)
handsome - handsomer  than - the handsomest (knap)

Slide 15 - Slide

Adjectives, 3 lettergrepen
more ... than / the most...
beautiful - more beautiful than - the most beautiful
expensive - more expensive than - the most expensive
jealous - more jealous than - the most jealous
delicious - more delicious than - the most delicious
interesting - more interesting than - the most interesting

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

5. Begeleid inoefenen
Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?
Lees en maak les 1, blz. 14 t/m 18, opdr. 7 t/m 10

Wie heeft nog extra instructie/leeshulp nodig (intensief)?
namen lln... kom aan de instructietafel zitten. 
 

Slide 18 - Slide

6. Zelfstandig werken
Je leest en maakt zelfstandig, in stilte:
V: les 1, blz. 14 t/m 18, opdr. 7 t/m 10 --> Alex
B: les 1, blz. 14 t/m 18, opdr. 7 t/m 9 --> De rest van de klas
I: les 1, blz. 14 t/m 18, opdr. 7 t/m 9 --> Jara

Ben je klaar?
1. Kijk je werk zorgvuldig na + verbeter waar nodig. 
2. Huiswerk ander vak afmaken. 
3. Leren toets/ lezen / woordzoeker. 
timer
30:00

Slide 19 - Slide

7. Evaluatie
Zelfstandig leren
- Werkt in de gestelde tijd zelfstandig aan opdrachten op zijn planner (bord, agenda) en houdt zelf de tijd in de gaten om het af te krijgen. 

Reflecteren
- Kijkt zijn eigen werk na en corrigeert waar nodig.  



Slide 20 - Slide

Comparisons: hoe maak je een comparison?
A
er - est
B
er - est/more - most
C
more - most
D
er - more - most

Slide 21 - Quiz

Comparisons: welke is onjuist?
A
far - further - furthest
B
little - less - least
C
bad - badder - baddest
D
good - better - best

Slide 22 - Quiz

Which comparison is correct?
A
I'm quicker then him
B
They walk faster then me
C
Please be carefuller next time!
D
I like playing football better than playing hockey

Slide 23 - Quiz

Comparisons:
The King is the ___________
A
more powerful
B
powerfuller
C
powerfullst
D
most powerful

Slide 24 - Quiz

Afsluiting
Ruim je boek en schrift van EN op.

Volgende lesuur: ....................

Slide 25 - Slide