2m par 5.2 Wat wordt de prijs?

Welkom  
economen!
1 / 32
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom  
economen!

Slide 1 - Slide

Hoofdstuk 5
5.2 Wat wordt de prijs? 

Slide 2 - Slide

Begin les
  • Ga naar: www.lessonup.app

  • Vul bij 'CODE INVOEREN' de code die op het bord staat in
  • Vul bij 'Hoe heet je?' je echte voornaam in

Slide 3 - Slide

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Herhaling en klassikale bespreking
3. Werkkwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 4 - Slide

Doelen van deze les par 5.2
Na deze les kun je:
  • uitleggen wat de inkoopprijs is.
  • uitleggen wat de brutowinstopslag is.
  • de verkoopprijs berekenen.
  • uitleggen wat afzet en omzet is en de omzet berekenen --> Deze kunnen we al :)

Slide 5 - Slide

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Herhaling en klassikale bespreking
3. Werkkwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 6 - Slide

Wat houdt 'marketing' in?
A
Alles wat consumenten doen om hun product te verkopen
B
Alles wat producenten doen om hun product te verkopen
C
Alles wat consumenten doen om hun product te kopen
D
Alles wat producenten doen om hun product te kopen

Slide 7 - Quiz

Welke stelling is juist?
A
De huizenmarkt is een concrete markt ,de supermarkt een abstracte
B
De huizenmarkt en de supermarkt zijn allebei abstracte markten
C
De huizenmarkt en de supermarkt zijn allebei concrete markten
D
De huizenmarkt is een abstracte markt ,de supermarkt een concrete

Slide 8 - Quiz

Waaruit bestaat de vraag naar iPads?
A
Apple
B
Mensen die de iPad willen kopen

Slide 9 - Quiz

Waaruit bestaat het aanbod van iPads?
A
Apple
B
Mensen die de iPad willen kopen

Slide 10 - Quiz

Wat is het doel van de meeste verkopers / bedrijven?

Slide 11 - Open question

Hoe maak je winst?
  • Inkoopprijs
  • Brutowinstopslag
  • Verkoopprijs
  • Omzet

Slide 12 - Slide

Inkoopprijs
  • Inkoopprijs = prijs die winkelier voor producten betaalt
  • Voorkeur: zo laag mogelijk!

Slide 13 - Slide

Brutowinstopslag
  • Brutowinstopslag = het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopprijs
  • % van de inkoopprijs

Formule:
  • Inkoopprijs : 100 x ..% = brutowinstopslag

Slide 14 - Slide

Verkoopprijs
  • Verkoopprijs = prijs die winkelier voor producten vraagt

Formule: 
  • Inkoopprijs
  • Brutowinstopslag +
  • Verkoopprijs

Slide 15 - Slide

De inkoopprijs van een product is € 750. De winkelier rekent een brutowinstopslag van 20%. Bereken de verkoopprijs.

Slide 16 - Open question

Omzet
  • Afzet = aantal producten dat een winkelier verkoopt
  • Omzet = totale bedrag dat een winkelier ontvangt door de verkoop van producten

Formule:
  • Omzet = afzet x verkoopprijs

Slide 17 - Slide

Een winkelier verkoopt 300 producten voor € 5 per stuk. Bereken de omzet.

Slide 18 - Open question

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Herhaling en klassikale bespreking
3. Werkkwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 19 - Slide

Aan het werk!!
6.1 opgaven 2, 4, 6
herhaling blz 178 opg. 1 t/m 4

Leren begrippen 6.1
Aan het werk!!
  1. Maak vanaf blz. 134 opdr. 28-29-30-31-33

            (af) maken samenvattende vragen (SV) par. 5.2 opdr. 10 t/m 23


            Wat vond jij van de lesstof?
                                                          lastig          of              makkelijk
1. Maak vanaf blz. 134 opdr. 28-29-30-31-33
2. 

1
2

Slide 20 - Slide

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Herhaling en klassikale bespreking
3. Werkkwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 21 - Slide

BTW
BTW = Belasting over de Toegevoegde Waarde
  • Indirecte belasting 
  • 9% BTW - basisbehoeften
  • 21% BTW - overige behoeften

Slide 22 - Slide

Consumentenprijs
  • Consumentenprijs = verkoopprijs inclusief BTW
  • = verkoopprijs exclusief BTW + BTW

  • Verkoopprijs
  • btw                 + -> verkoopprijs : 100 x 21 of 9 = 
  • Consumentenprijs

Slide 23 - Slide

De prijs van een fiets exclusief btw is € 200. Het btw-tarief is 21%. Bereken de consumentenprijs.

Slide 24 - Open question

Slide 25 - Video

Wat zijn de twee voornaamste ingrediënten van energydrink?
A
Water & Cafeïne
B
Water & Inositol
C
Water & Suiker
D
Water & Glucuronalacton

Slide 26 - Quiz

De kostprijs van een blikje energydrink is € 0,10. De verkoopprijs van een blikje energydrink is € 1,20. Wat is de brutowinstopslag in euro's?

Slide 27 - Open question

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Herhaling en klassikale bespreking
3. Werkkwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 28 - Slide

Aan het werk!!
6.1 opgaven 2, 4, 6
herhaling blz 178 opg. 1 t/m 4

Leren begrippen 6.1
Aan het werk!!
  1. Maak vanaf blz. 138 opdr. 41-42-47
  2. Herhalingsopdrachten blz. 150 opdr. 7 t/m 20
            (af) maken samenvattende vragen (SV) par. 5.3 opdr. 30 t/m 34


            Wat vond jij van de lesstof?
                                                          lastig          of              makkelijk
1
2
timer
15:00

Slide 29 - Slide

Deze les
1. Doelen van deze les
2. Herhaling en klassikale bespreking
3. Werkkwartier
4. Toepassing
5. Werken
6. Afsluiting

Slide 30 - Slide

De inkoopprijs van Product X is € 1,10. De brutowinstopslag is 50%. Bereken de verkoopprijs.

Slide 31 - Open question

Van Product X worden 800 stuks verkocht. Bereken de omzet.

Slide 32 - Open question