5.2 Reactievergelijkingen opstellen

§5.2 Reactievergelijkingen opstellen
1 / 27
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

§5.2 Reactievergelijkingen opstellen

Slide 1 - Slide

Huiswerk
Opdrachten 6 t/m 9 (blz 76/77) werkboek deel B

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
  • Je kunt de systematische naamgeving gebruiken om een naam of molecuulformule van een stof te noteren.
  • Je kunt de reactievergelijking van een verbrandingsreactie opstellen.
  • Je kunt een reactievergelijking opstellen op basis van een omschrijving.

Slide 3 - Slide

Systematische naamgeving
  • Waarom hebben we een systeem voor naamgeving van moleculen bedacht?
  • Zo gebruikt iedereen dezelfde namen voor chemische stoffen - dat praat een stuk makkelijker

Slide 4 - Slide

We kennen verschillende uitgangen
Laatste element in de formule
uitgang
O
oxide
Cl
chloride
S
sulfide
F
fluoride
I
jodide
P
fosfide

Slide 5 - Slide

Er zijn verschillende telwoorden
getal
telwoord
1
mono
2
di
3
tri
4
tetra
5
penta

Slide 6 - Slide

Welke regels gelden er?
  • Het telwoord komt voor de naam van het element
  • Het telwoord mono laten we weg voor het eerste element


Gebruik tabellen op de uitgedeelde bladen voor namen van atomen en telwoorden




Slide 7 - Slide

Welke regels gelden er?
  • Het telwoord komt voor de naam van het element
  • Het telwoord mono laten we weg voor het eerste element

CO₂
   C = koolstof (bovenste tabel)
   O = oxide (tabel linksonder)
   2 = di (tabel rechtsonder)


koolstofdioxide

Slide 8 - Slide

Triviale namen
-water (diwaterstofmonoxide)
-keukenzout (natriumchloride)
-natroloog (natriumhydroxide)

Slide 9 - Slide

  1.  Noteer de cijfers uit de formule met daarbij het juiste telwoord
  2. Noteer de symbolen en de juiste naam erachter
  3.  Zet de telwoorden en namen in de juiste volgorde achter elkaar
Stappenplan systematische naamgeving 
(b.v. S2F5)

Slide 10 - Slide


Geef de systematische naam van P2Cl5
gebruik het uitgedeelde informatieblad

Slide 11 - Open question


Geef de sytematische naam van N2O5
N = stikstof
O = oxide

Slide 12 - Open question

Stappenplan molecuulformule (b.v. trizwavelpentachloride)
  1. Noteer de naam van de elementen met het symbool erachter
  2. Zet het bijbehorende cijfer achter het telwoord 
  3. Zet de symbolen met de juiste index in de goede volgorde achter elkaar

Slide 13 - Slide

Geef de molecuulformule van distikstofmono-oxide
stikstof = N
oxide = O

Slide 14 - Open question

Verbrandingsreacties

Slide 15 - Slide

Verbrandingsreactie opstellen
-voor een verbrandingsreactie is altijd zuurstof (O2) nodig
Eindproducten vormen een oxide:

element
naam van het oxide
formule
koolstof (C)
waterstof (H)
zwavel (S)

Slide 16 - Slide

Verbrandingsreactie opstellen
-voor een verbrandingsreactie is altijd zuurstof (O2) nodig
Eindproducten:

element
naam van het oxide
formule
koolstof (C)
koolstofdioxide
CO2
waterstof (H)
water
H2O
zwavel (S)
zwaveldioxide
SO2

Slide 17 - Slide

Stappenplan verbrandingsreactie
Stap 1: Noteer de beginstoffen voor de pijl
Stap 2: Noteer O2 voor de pijl
Stap 3: Noteer de eindstoffen (oxiden) na de pijl
Stap 4: maak de reactievergelijking kloppend

Slide 18 - Slide

Welke producten komen vrij bij de verbranding van CH₄?
A
CO₂ en H₂O
B
H₂O en SO₂
C
SO₂ en CO₂
D
CO₂, H₂O en SO₂

Slide 19 - Quiz

Welke producten komen vrij bij de verbranding van C₃H₄S?
A
CO₂ en H₂O
B
H₂O en SO₂
C
SO₂ en CO₂
D
CO₂, H₂O en SO₂

Slide 20 - Quiz


Geef de verbrandingsreactie van CS2

Slide 21 - Open question


Geef de verbrandingsreactie van C3H8

Slide 22 - Open question

stappenplan reactievergelijking opstellen
Stap 1: Lees de beschrijving van de reactie goed door
Stap 2: Noteer de beginstoffen en noteer de reactieprodcuten
Stap 3: Zet de beginstoffen en reactieproducten in een reactieschema
Stap 4: Vervang de stofnamen door molecuulformules
Stap 5: Maak de reactievergelijking kloppend

Slide 23 - Slide

Voorbeeldopdracht 
Bij de productie van ijzer in een hoogoven reageert ijzeroxide (Fe2O3) met koolstof (C). De reactieproducten zijn ijzer (Fe) en koolstofmonoxide (CO).

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Link

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide