2h4 - vr061023

1 / 26
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Oefentoets 
  • Herhalen grammatica
  • Leren voor toets
  • Les devoirs

But: in het Frans kunnen zeggen van wie iets is, dmv een bezittelijk voornaamwoord

Slide 2 - Slide

On a été en Espagne...
A
en été
B
allemand

Slide 3 - Quiz

... j'ai visité Madrid
A
d'abord
B
trop

Slide 4 - Quiz

J'ai aussi ... espagnol à l'hôtel
A
parlé
B
raconté

Slide 5 - Quiz

Mes ... à l'hôtel ne sont pas de Pays-Bas
A
amis
B
pays

Slide 6 - Quiz

Nous avons nagé dans la ...
A
piscine
B
gare

Slide 7 - Quiz

Passé composé
Passé composé: vul de juiste vorm van de PC in. 
Let op: twee woorden! (HWW en voltooid deelwoord)

Slide 8 - Slide

On ... .... la capitale, Lisbonne (visiter)

Slide 9 - Open question

Nous ... .... au Portugal (être)

Slide 10 - Open question

J'... .... dans un très bon restaurant! (manger)

Slide 11 - Open question

J'... .... dans un très bon restaurant! (manger)

Slide 12 - Open question

Bezittelijk voornaamwoord

Slide 13 - Slide

... hôtel est près de la plage? (jullie)

Slide 14 - Open question

... vacances étaient formidable! (onze)

Slide 15 - Open question

... famille voudrait visiter le Portugal encore une fois ! (mijn)

Slide 16 - Open question

Grammaire - bezittelijk voornaamwoord
Dat is mijn neef. 
Zij zag haar buren lopen. 

  • Bezittelijk voornaamwoord geeft aan van wie iets is. (mijn, jouw, hun)

Slide 17 - Slide

Grammaire - bezittelijk voornaamwoord
C'est mon père
C'est ma mère
Ce sont mes parents

  • In het Nederlands kijk je alleen naar van wie iets is
  • In het Frans kijk je ook naar het geslacht van het woord erachter (mnl, vrl, mv)

Slide 18 - Slide

Enkelvoudsvormen
mijn
jouw
zijn/haar
mannelijk
mon
ton
son
vrouwelijk
ma
ta
sa
meervoud
mes
tes
ses

Slide 19 - Slide

Enkelvoudsvormen
Attention!

  • C'est ma amie       c'est ma amie       c'est mon amie
  • Bij stomme h/klinker en vrouwelijk woord, altijd de mannelijke vorm


Slide 20 - Slide

Enkelvoudsvormen
Attention!

  • C'est son copain        het is zijn vriend
                                        het is haar vriend

Son/sa/ses kan zowel zijn als haar betekenen.
Goed kijken naar de rest van de zin!

Slide 21 - Slide

Meervoudsvormen
enkelvoud
meervoud
ons/onze
notre
nos
uw/jullie
votre 
vos
hun
leur
leurs

Slide 22 - Slide

Grammaire: passé composé
Présent: speelt zich af in het heden
Ik dans elke vrijdag met vriendinnen. 

Passé composé: speelt zich af in het verleden
Ik heb elke vrijdag met vriendinnen gedanst

Slide 23 - Slide

Regelmatig - présent
1. Hele werkwoord -er
2. Je houdt de stam over
3. -e / -es / -e / -ons / -ez / -ent

Je danse
Tu danses
Il/elle/on danse
Nous dansons
Vous dansez
Ils/elles dansent

Regelmatig - passé composé
1. Onderwerp (je/tu/...)
2. Hulpwerkwoord (vorm van avoir)
3. Voltooid deelwoord (hele ww -er +é)
J'ai dansé 
Tu as dansé 
Il/elle/on a dansé
Nous avons dansé
Vous avez dansé
Ils/elles ont dansé

Slide 24 - Slide

Onregelmatig
De volgende werkwoorden hebben een 'eigen' voltooid deelwoord 

avoir - eu          j'ai eu un cadeau pour ma mère
être - été           on a été en France 
faire - fait          tu as fait les devoirs?
timer
10:00

Slide 25 - Slide

Les devoirs
Mardi 10 octobre 

Apprendre: voorbereiden rep hf 1
Faire: - 




Slide 26 - Slide