T&G periode 7 les 7 les voor de toets

Trainen en gezondheid

  • Spijsvertering
Trainen en gezondheid
Periode 6
Les 6 
1 / 41
next
Slide 1: Slide
Trainen en GezondheidMBOStudiejaar 2

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Trainen en gezondheid

  • Spijsvertering
Trainen en gezondheid
Periode 6
Les 6 

Slide 1 - Slide

Huiswerktoppers

Slide 2 - Slide

Inhoud
  • Herhaling voor de toets
  • Toetsinfo

Slide 3 - Slide

Wat is coordinatie?
Het vermogen om op grond van een nauwe samenwerking tussen zenuwstelsel, zintuigen en spieren motorische acties economisch en nauwkeurig uit te voeren.

Goed gecoordineerde bewegingen > goed getimed en worden gerealiseerd met minder bijbewegingen (economisch)

Slide 4 - Slide

Coordinatie?
Om bewegingen gecoordineerd uit te kunnen voeren, moeten we licht, geluid en evenwicht waarnemen

  • schorsgebieden van grote hersenen (door rijping ontwikkelt)
  • is wel van buitenaf te beinvloeden
  • niet iedereen kan motorische vaardigheden even goed op slaan en verder ontwikkelen


Slide 5 - Slide

Coordinatie?
Coordinatie en vermoeidheid gaan slecht samen. Door vermoeidheid kunnen ook blessures ontstaan.


Slide 6 - Slide

Coordinatie?
Door veroudering kunnen oogzenuw, oogspier, een gewricht, hart, gevoelszenuwen in kwaliteit achteruit gaan.

DAN VERTOONT DE MOTORIEK OOK STORINGEN

Angst >> bewegingen worden stroever en verkrampter.

Slide 7 - Slide

Als een beweging goed gecoördineerd is dan noemen we deze beweging ook wel:
A
Snel
B
Gecoördineerd
C
Economisch
D
Dynamisch

Slide 8 - Quiz

Wat zien we hier afgebeeld?
A
Kniegewricht
B
Evenwichtsorgaan
C
Kleine hersenen
D
Cybergun

Slide 9 - Quiz

Om goed in evenwicht te blijven heb je de volgende dingen nodig:
A
Evenwichtsorgaan + gehoor
B
Evenwichtsorgaan + zicht
C
Evenwichtsorgaan + geur
D
Evenwichtsorgaan + je broodbak

Slide 10 - Quiz

Wat heeft een negatieve invloed op coördinatie?
A
Hoogtevrees
B
Ouderdom
C
Watervrees
D
Alle genoemde voorbeelden zijn van invloed

Slide 11 - Quiz

Algemeen en specifiek
Algemene coordinatie:

  • Harmonische samenwerking tussen zintuigen, spieren en zenuwstelsel als gevolg van de totale bewegingservaring die is opgedaan

Slide 12 - Slide

Algemeen en specifiek
Specifieke coordinatie:

  • Harmonische samenwerking tussen zintuigen, spieren en zenuwstelsel als gevolg van de bewegingservaring die de sporter in zijn eigen specifieke tak van sport heeft opgedaan

Slide 13 - Slide

Sensomotorisch
Sensoriek + motoriek
  • Zintuigen (sensoriek) en bewegingen (motoriek) gezamenlijk

Erg belangrijk dat kinderen dit ontwikkelen zodat ze hun lichaam leren kennen en door hun lichaam de wereld om zich heen

Slide 14 - Slide

Sensomotorisch

Slide 15 - Slide

Duurmethode
Dit is een methode waarbij de sporter continu langdurige belastingen ondergaat

  • Duurtraining 1:  extensieve training
  • Duurtraining 2: mix
  • Duurtraining 3: intensieve training

Slide 16 - Slide

Duurtraining-1
Training op de laagste snelheid waarbij nog een trainingsprikkel aanwezig is.

Beter getrainde sporters gebruiken duurtraining-1 als hersteltraining

Slide 17 - Slide

Duurtraining-1

Slide 18 - Slide

Duurtraining-2
De snelheid ligt hoger dan bij duurtraining-1.

Het hart moet 'harder werken' en de verzuring is groter. Daardoor is de omvang van de training kleiner.

Slide 19 - Slide

Duurtraining-2

Slide 20 - Slide

Duurtraining-3
Dit is de snelste duurtraining, ook wel intensieve interval genoemd.

Deze duurtraining is alleen geschikt voor goed getrainde sporter (vooral aeroob getrainde sporters, mentaal ook zwaar)

Slide 21 - Slide

Duurtraining-3

Slide 22 - Slide

Combi van duur

Variaties voor gevorderde duursporters zijn goed te realiseren. Fietsers en hardlopers passen dit vaak toe.

Slide 23 - Slide

Combi van duur

Slide 24 - Slide

Welke duurtraining wordt ook wel gebruikt als hersteltraining?
A
Duurtraining-3
B
Duurtraining-2
C
Duurtraining- 1
D
Duurtraining-4

Slide 25 - Quiz

Bij welke duurtraining gaat de lactaattolerantie omhoog?
A
Duurtraining-3
B
Duurtraining-2
C
Duurtraining- 1
D
Duurtraining-4

Slide 26 - Quiz

Bij welke duurtraining wordt de glycogeenvoorraad bespaart in de slow-twitch vezels?
A
Duurtraining-3
B
Duurtraining-2
C
Duurtraining- 1
D
Duurtraining-4

Slide 27 - Quiz

Wat is spiercapilarisatie?
A
Dit zijn je slagaders in de grote bloedsomloop
B
Dit zijn je aders in je spieren
C
Dit is het netwerk van haarvaten in de spieren
D
Dit is de samenstelling van organen

Slide 28 - Quiz

Mag je rusten tijdens duurtraining?
A
Nee, nooit
B
Jawel, maar alleen op de fiets
C
Jawel, maar een 'duurblok' moet je wel onafgebroken doen
D
Nee, dan krijg je superknetterveel straf

Slide 29 - Quiz

Mag je rusten tijdens duurtraining?
A
Nee, nooit
B
Jawel, maar alleen op de fiets
C
Jawel, maar een 'duurblok' moet je wel onafgebroken doen
D
Nee, dan krijg je superknetterveel straf

Slide 30 - Quiz

Interval
Trainingsmethode waarbij trainingsbelasting en herstel planmatig worden afgewisseld:

  • Intensieve interval
  • Extensieve interval


Slide 31 - Slide

Interval
Voordelen:
  • Je kunt de training langer volhouden of je kunt in een relatief korte tijd veel arbeid verzetten
  • Sterke trainingsprikkel op het hart (in pauze)



Slide 32 - Slide

Sporthart

Slide 33 - Slide

Intensieve interval
Hoge intensiteit
Relatief gering aantal herhalingen
Relatief lange pauzes


Voordelen:
  • matig effect op sporthart, longinhoud en longcapaciteit
  • verbeterd krachtuithoudingsvermogen (stamina) in melkzuursituaties
  • sterk verbeterde lactaattolerantie (door aanleg grotere alkalivoorraad)
  • verminderde productie lactaat bij dezelfde inspanning



Slide 34 - Slide

Intensieve interval
TABATA
20 seconden knieheffen
20 seconden rust
20 seconden jumping jacks
20 seconden rust
20 seconden streksprong
20 seconden rust
20 seconden airsquats
20 seconden rust
20 seconden tuckjump





Hele serie 3x
HIIT
Turbulence
Tabata
Crossfitt WOD
Metcon
Piramide

Slide 35 - Slide

Vetverbranding mythe?

Slide 36 - Slide

Extensieve interval
Relatief groot aantal herhalingen
Relatief korte pauzes

Voordelen:
  • grotere voorraad glycogeen + groter gebruik glycogeen in ST-vezels
  • ontstaan sporthart
  • toename longinhoud
  • verbeterde spiercapilarisatie
  • licht verhoogde tolerantie voor lactaat
  • enigszins verminderde productie van lactaat bij dezelfde inspanning



Slide 37 - Slide

Wat zijn de kenmerken van herhalingstraining?
A
Lage intensiteit en korte actieve pauzes
B
Hoge intensiteit en korte actieve pauzes
C
Hoge intensiteit en pauzes met volledig herstel
D
Lage intensiteit en pauzes met volledig herstel

Slide 38 - Quiz

Wat is Fartlek?
A
Heuveltraining in Zweden
B
Speelse manier van hardlopen: een vaartspel
C
Gestructureerde intervaltraining
D
Keiharde bostraining

Slide 39 - Quiz

Toets
Zorg voor een goed werkende laptop!
  • Updates draaien kost tijd
  • Geen oplaadsnoer, jammer

Geen laptop = geen toets


Slide 40 - Slide


  1. Wat is coordinatie
  2.  Algemene en specifieke coordinatie
  3. Rol van het zenuwstelsel
  4. Leeftijdsspecifieke trainingsregels
  5. Wat is uithoudingsvermogen
  6. Capaciteit en vermogen
  7. Verschillende soorten UHV
  8. Trainingsadaptaties
  9. Ontwikkeling van het UHV
  10. Trainingsmethoden
  11. Optimale hartfrequentie
  12. Trainen voor gezondheid

3 vragen
5 vragen
3 vragen
2 vragen
1 vraag
3 vragen
8 vragen
2 vragen
2 vragen
10 vragen
3 vragen
3 vragen
45 vragen TOTAAL

Slide 41 - Slide