H2.2 reactievergelijkingen

§ 2.2 Reactievergelijkingen
1 / 32
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

§ 2.2 Reactievergelijkingen

Slide 1 - Slide

Reactievergelijking
  • Reactieschema: Water (l) -> Waterstof (g) + Zuurstof (g) wordt dan:
  • Reactievergelijking: H2O (l) -> H2 (g) + O2 (g)

Slide 2 - Slide

Reactievergelijking
  • Reactieschema: Water (l) -> Waterstof (g) + Zuurstof (g) wordt dan:
  • Reactievergelijking: H2O (l) -> H2 (g) + O2 (g)



  • Maar nu hebben we een probleem. Als we atomen voor de pijl en na de pijl gaan tellen klopt het niet meer. 
Voor
Na
H
2
2
O
1
2

Slide 3 - Slide

... H2O --> ... H2 + ... O2
2 H2O --> ... H2 + ... O2
2 H2O --> 2 H2 + ... O2
Kloppende reactievergelijking: 2 H2O --> 2 H2 +  O2

Slide 4 - Slide

... H2O --> ... H2 + ... O2
2 H2O --> ... H2 + ... O2
2 H2O --> 2 H2 + ... O2
Kloppende reactievergelijking: 2 H2O --> 2 H2 +  O2
Gehele getallen zo klein mogelijk
Wel kloppend, niet goed: 6 H2O --> 6 H2 + 3 O2

Slide 5 - Slide

Wat is het verschil tussen een reactieschema en reactievergelijking?
A
Reactieschema = symbolen Reactievergelijking = woorden
B
Reactieschema = niet kloppend Reactievergelijking = wel kloppend gemaakt
C
Reactieschema = woorden Reactievergelijking = symbolen
D
Er is geen verschil tussen een reactieschema en vergelijkingen

Slide 6 - Quiz

Maak de reactievergelijking kloppend

... AgCl --> ... Ag + ... Cl2
A
2 / 1 / 1
B
4 / 4 / 2
C
2 / 2 / 1
D
1 / 1 / 1

Slide 7 - Quiz

Verbranding van butaan
Butaan (g) + zuurstof (g) --> koolstofdioxide (g) + water (g)

NB: butaan = C4H10

Slide 8 - Slide

Verbranding van butaan
Butaan (g) + zuurstof (g) --> koolstofdioxide (g) + water (g)

... C4H10 (g) + ... O2 (g) --> ... CO2 (g) + ... H2O (g)

Slide 9 - Slide

Verbranding van butaan



1 invullen bij molecuul met meeste atomen en soorten

Butaan (g) + zuurstof (g) --> koolstofdioxide (g) + water (g)
... C4H10 (g) + ... O2 (g) --> ... CO2 (g) + ... H2O (g)

Slide 10 - Slide

Welk molecuul heeft de meeste atomen en soorten?
A
C4H10
B
O2
C
CO2
D
H2O

Slide 11 - Quiz

Verbranding van butaan



1 invullen bij molecuul met meeste atomen en soorten

Butaan (g) + zuurstof (g) --> koolstofdioxide (g) + water (g)
... C4H10 (g) + ... O2 (g) --> ... CO2 (g) + ... H2O (g)
1

Slide 12 - Slide

Verbranding van butaan



1 invullen bij molecuul met meeste atomen en soorten
C kloppend maken, voor: 1 x 4 = 4 --> na: ... x 1 = 4


Butaan (g) + zuurstof (g) --> koolstofdioxide (g) + water (g)
... C4H10 (g) + ... O2 (g) --> ... CO2 (g) + ... H2O (g)
1

Slide 13 - Slide


C kloppend maken:
Welke coëfficiënt komt er voor CO2 te staan?
1 C4H10 + ... O2 --> ... CO2 + ... H2O

Slide 14 - Open question

Verbranding van butaan



1 invullen bij molecuul met meeste atomen en soorten
C kloppend maken, voor: 1 x 4 = 4 --> na: ... x 1 = 4


Butaan (g) + zuurstof (g) --> koolstofdioxide (g) + water (g)
... C4H10 (g) + ... O2 (g) --> ... CO2 (g) + ... H2O (g)
1
4
4

Slide 15 - Slide

Verbranding van butaan



1 invullen bij molecuul met meeste atomen en soorten
C kloppend maken, voor: 1 x 4 = 4 --> na: ... x 1 = 4
H kloppend maken, voor: 1 x 10 = 10 --> na: ... x 2 = 10

Butaan (g) + zuurstof (g) --> koolstofdioxide (g) + water (g)
... C4H10 (g) + ... O2 (g) --> ... CO2 (g) + ... H2O (g)
1
4
4

Slide 16 - Slide

H kloppend maken
Welke coëfficiënt komt er voor H2O te staan?
1 C4H10 (g) + ... O2 (g) --> 4 CO2 (g) + ... H2O (g)
A
1
B
5
C
10
D
geen idee

Slide 17 - Quiz

Verbranding van butaan



1 invullen bij molecuul met meeste atomen en soorten
C kloppend maken, voor: 1 x 4 = 4 --> na: ... x 1 = 4
H kloppend maken, voor: 1 x 10 = 10 --> na: ... x 2 = 10

Butaan (g) + zuurstof (g) --> koolstofdioxide (g) + water (g)
... C4H10 (g) + ... O2 (g) --> ... CO2 (g) + ... H2O (g)
1
4
5
5
4

Slide 18 - Slide

Hoeveel O-atomen hebben we nu na de pijl?
1 C4H10 (g) + ... O2 (g) --> 4 CO2 (g) + 5 H2O (g)

Slide 19 - Open question

Verbranding van butaan



1 invullen bij molecuul met meeste atomen en soorten
C kloppend maken, voor: 1 x 4 = 4 --> na: ... x 1 = 4
H kloppend maken, voor: 1 x 10 = 10 --> na: ... x 2 = 10
O kloppend maken, na: 4 x 2 + 5 x 1 = 13 --> voor: ...... x 2 = 13
Butaan (g) + zuurstof (g) --> koolstofdioxide (g) + water (g)
... C4H10 (g) + ... O2 (g) --> ... CO2 (g) + ... H2O (g)
1
4
5
5
4

Slide 20 - Slide

Verbranding van butaan



1 invullen bij molecuul met meeste atomen en soorten
C kloppend maken, voor: 1 x 4 = 4 --> na: ... x 1 = 4
H kloppend maken, voor: 1 x 10 = 10 --> na: ... x 2 = 10
O kloppend maken, na: 4 x 2 + 5 x 1 = 13 --> voor: ...... x 2 = 13
Butaan (g) + zuurstof (g) --> koolstofdioxide (g) + water (g)
... C4H10 (g) + ... O2 (g) --> ... CO2 (g) + ... H2O (g)
1
4
5
5
4
6.5
6.5

Slide 21 - Slide

Verbranding van butaan



1 invullen bij molecuul met meeste atomen en soorten
C kloppend maken, voor: 1 x 4 = 4 --> na: ... x 1 = 4
H kloppend maken, voor: 1 x 10 = 10 --> na: ... x 2 = 10
O kloppend maken, na: 4 x 2 + 5 x 1 = 13 --> voor: ...... x 2 = 13
halve moleculen bestaan niet, dus alle coëfficiënten x2
Butaan (g) + zuurstof (g) --> koolstofdioxide (g) + water (g)
... C4H10 (g) + ... O2 (g) --> ... CO2 (g) + ... H2O (g)
1
4
5
5
4
6.5
6.5

Slide 22 - Slide

Verbranding van butaan



1 invullen bij molecuul met meeste atomen en soorten
C kloppend maken, voor: 1 x 4 = 4 --> na: ... x 1 = 4
H kloppend maken, voor: 1 x 10 = 10 --> na: ... x 2 = 10
O kloppend maken, na: 4 x 2 + 5 x 1 = 13 --> voor: ...... x 2 = 13
halve moleculen bestaan niet, dus alle coëfficiënten x2
Butaan (g) + zuurstof (g) --> koolstofdioxide (g) + water (g)
... C4H10 (g) + ... O2 (g) --> ... CO2 (g) + ... H2O (g)
1
4
5
5
4
6.5
6.5
2 C4H10 (g) + 13 O2 (g) --> 8 CO2 (g) + 10 H2O (g)
x 2

Slide 23 - Slide

Welke coefficienten moet je invullen om de reactie kloppend te maken?

....P(s)+....Cl2....PCl5
A
1 / 2 / 5
B
2 / 5 / 2
C
2 / 2 / 5
D
1 / 5 / 2

Slide 24 - Quiz

Maak de reactievergelijking kloppend

C5H12 + .... O2 --> ... CO2 + 6 H20
A
5 / 5
B
6 / 6
C
8 /7
D
8 / 5

Slide 25 - Quiz

Welke coëfficiënten moet je invullen om de vergelijking kloppend te maken?

....H2O+....F2....HF+....O2
A
1 / 1 / 2 / 1
B
2 / 2 / 2 / 1
C
2 / 2 / 4 / 2
D
2 / 2 / 4 / 1

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Maken opgaven van werkblad 

Extra uitleg nodig?
vraag er naar maar kijk eerst eens op de powerpoint van dit hoofdstuk op de ELO .

Slide 29 - Slide

0

Slide 30 - Video

Slide 31 - Link

Roest
Als een fiets roest, gaat het ijzer in de fiets een verbinding aan met zuurstof. Er wordt dan de vaste stof ijzeroxide gemaakt (Fe2O3). 


Slide 32 - Slide