M2b 4.5 Woorden

M2b: 4.5 Woorden
  • Je leert 20 nieuwe woorden.
  • Je leert hoe je zelfstandige naamworden maakt.
1 / 22
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

M2b: 4.5 Woorden
  • Je leert 20 nieuwe woorden.
  • Je leert hoe je zelfstandige naamworden maakt.

Slide 1 - Slide

M2b: Vandaag
1) Start
Instapopdracht
tweetallen
5-10min
2) Test
Wat voor een geldtype ben jij?
alleen,
tweetallen
10min
3) Tekst
Geldtype 1:
Wat is een geld-warhoofd?
klassikaal
5-10min
4) Oefenen
Oefenen met de nieuwe woorden
alleen
5min

Slide 2 - Slide

M2b: 4.5 Woorden

Welke woorden ken je al?
Leg de woorden aan je buurman/-vrouw uit.


3 minuten - beurt wisselen - 3 minuten
1) Start
Instapopdracht, blz. 40, opdr. 2: abc
tweetallen
timer
3:00
timer
3:00

Slide 3 - Slide

M2b: 4.5 Woorden




Verzin vier keuzeantwoorden bij vraag 4.
Je mag dit in tweetallen doen.
2) Test
Wat voor een geldtype ben jij?

blz. 42, opdr. 2: ab
alleen,
tweetallen
timer
3:00

Slide 4 - Slide

M2b: 4.5 Woorden



a) Wat betekent een gat in je hand hebben?

d) Herschrijf de tekst over het type geld-warhoofd (in je schrift).
Vervang alle onderstreepte woorden door een synoniem of omschrijving.
3) Tekst
Geldtype 1: Wat is een geld-warhoofd?

blz. 42, opdr. 5: ad
klassikaal

Slide 5 - Slide

M2b: 4.5 Woorden


Opdr. 6, blz. 42

Hulp nodig?
1. Vraag het aan je buurman/-vrouw.
2. Vraag het aan je docent.
4) Oefenen
Oefenen met de nieuwe woorden
alleen
5min

Slide 6 - Slide

M2b: 21 maart

Slide 7 - Slide

Vandaag
1) Start
Woordenschat oefenen
alleen
5min
2) Tekst lezen
Geldtype 1, 2, 3
klassikaal
10min
3) Nieuw!
Vorming van zelfstandige naamwoorden
klassikaal
15min
4) Afsluiting
Sarcastisch zijn
tweetallen
5min

Slide 8 - Slide

  • Ga naar blz. 44.
  • Maak opdr. 9a.
1) Start
Woordenschat oefenen
alleen
2min
timer
2:00

Slide 9 - Slide

  1. We lezen samen tekst 4 (blz. 43).

  2. Maak dan de volgende opdrachten:
  • Alleen: Wat voor geldtype ben jij? (niet opschrijven!)
  • Alleen: Ga naar opdr. 8b. Vul de zinnen aan. Let op: Schrijf er niet bij om welk geldtype het gaat.
  • Wissel je tekst uit met die van je buurman/-vrouw. Kun je raden bij welk geldype hij of zij hoort?
2) Tekst
Geldtype 1, 2, 3
blz. 43
klassikaal
10min

Slide 10 - Slide

3) Nieuw!
Vorming van zelfstandige naamwoorden
klassikaal
15min

Slide 11 - Slide

Zelfstandige naamwoorden (géén samenstelling of afleiding):
        bijv.: de trein, het huis, de kast.

Zelfstandige naamworden (gevormd uit andere woorden).
     --> samenstelling
     --> afleiding

3) Nieuw!
Vorming van zelfstandige naamwoorden (blz. 45-46)

Slide 12 - Slide

Zelfstandige naamworden (gevormd uit andere woorden).

  1. van een werkwoord:
    het + hele werkwoord:            huilen  -  het huilen
                                                              ........................................
                                                              ........................................
3) Nieuw!
Vorming van zelfstandige naamwoorden (blz. 45-46)

Slide 13 - Slide

Zelfstandige naamworden (gevormd uit andere woorden).

  1. van een werkwoord:
    werkwoord + achtervoegsel:  lopen -  de loper
                                                                  ........................................
                                                                  ........................................
3) Nieuw!
Vorming van zelfstandige naamwoorden (blz. 45-46)

Slide 14 - Slide

Zelfstandige naamworden (gevormd uit andere woorden).

  1. van een werkwoord:
    werkwoord + achtervoegsel:  vergaderen -  de vergadering
                                                                  ......................................................
                                                                  ......................................................
3) Nieuw!
Vorming van zelfstandige naamwoorden (blz. 45-46)

Slide 15 - Slide

Zelfstandige naamworden (gevormd uit andere woorden).

  1. van een werkwoord:
    werkwoord + achtervoegsel:  repareren -  de reparatie
                                                                  ......................................................
                                                                  ......................................................
3) Nieuw!
Vorming van zelfstandige naamwoorden (blz. 45-46)

Slide 16 - Slide

Zelfstandige naamworden (gevormd uit andere woorden).

 2.  van twee losse woorden (-> samenstelling):
      bijvoeglijk naamwoord + zn:   snel + trein  -  de sneltrein
                                                                   ..........................................................
                                                                   ..........................................................
3) Nieuw!
Vorming van zelfstandige naamwoorden (blz. 45-46)

Slide 17 - Slide

Zelfstandige naamworden (gevormd uit andere woorden).

 2.  van twee losse woorden (-> samenstelling):
      zn + zn:   tuin + huis  -  het tuinhuis
                         ..........................................................
                         ..........................................................
3) Nieuw!
Vorming van zelfstandige naamwoorden (blz. 45-46)

Slide 18 - Slide

Zelfstandige naamworden (gevormd uit andere woorden).

 3.  van een zelfstandig naamwoord:
      zn + achtervoegsel:   de baron - de barones
                                                  ..........................................................
                                                  de echtgenoot - de echtgenote
                                                  ..........................................................
3) Nieuw!
Vorming van zelfstandige naamwoorden (blz. 45-46)

Slide 19 - Slide

Zelfstandige naamworden (gevormd uit andere woorden).

 3.  van een zelfstandig naamwoord:
      voorvoegsel + zn:       de vijand - de aartsvijand
                                                  ..........................................................
                                                  de bekende - de onbekende
                                                  ..........................................................
3) Nieuw!
Vorming van zelfstandige naamwoorden (blz. 45-46)

Slide 20 - Slide

Zelfstandige naamworden (gevormd uit andere woorden).

  • Ga naar blz. 46
  • Maak opdr. 12a
3) Nieuw!
Vorming van zelfstandige naamwoorden (blz. 45-46)

Slide 21 - Slide

Sarcastisch = zeer spottend, bijtend, hatelijk
  1. Spreek om de beurt de volgende zinnen sarcastisch uit.
  2. Oefen tot de ander je overtuigend vindt klinken.

  • "Zo, jij zal veel vrienden hebben."
  • "En het grootste stuk taart is voor Tom en zijn ego. Kunnen ze het fijn samen delen."
  • "Heeft iemand jou weleens verteld dat je er heel mooi uitziet? Vast niet."
4) Afsluiting
Sarcastisch zijn
tweetallen
5min
timer
5:00

Slide 22 - Slide