05-02-2024

05-02-2024
1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpaansBeroepsopleiding

This lesson contains 18 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

05-02-2024

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

  • Gesprek voeren
  • TB:
 Unidad 4, p.41, ej6 : Mirar el vídeo
p. 43 Unidad 5: Comer con Gusto
woorden leren.
Oef. 1 maken: Relacionar productos con números.
Boodschappen doen
Op de markt
Onregelmatig werkwoorden:
             querer- preferir
Wat gaan we vandaag doen

Slide 3 - Slide

cuál

Slide 4 - Slide

Voer een gesprek 
  • elkaar begroeten
  • voorstellen
  • leeftijd vragen en zeggen
  • vragen waar de ander woont
  • vragen waar de ander vandaan komt
  • vragen over zijn/ haar burgerlijke staat,  zijn / haar familie
  • vraag en zeg wat je favoriete sport/dier/eten is
  • zeggen wat je van houd en wat je niet zo fijn vindt.

Slide 5 - Slide

Unidad 5
TB. p.43
Comer con Gusto:
  •  Boodschappen doen
  • Op de markt
  • Onregelmatig werkwoorden:
             querer- preferir


Slide 7 - Slide

Pag. 43 oef. 1

Slide 8 - Slide

6
7
10
12
11
3
8
9
5
4
2
1
¿Cómo se llaman estos productos?
13

Slide 9 - Slide

pescado
aceite
jamón serrano
chocolate
cebollas
patatas
naranja
pan
queso
lechuga
Huevos
pollo
mantequilla

Slide 10 - Slide

TB:  Pag. 44 oef. 2a-b En un mercado de Buenos Aires
¿Qué productos compra el cliente?
Tomates para salsa, por favor

___________ un kilo de tomates.

___________ un melón, por favor.

¿Tiene mangos?
¿Cuánto cuesta/¿Cuánto es (en total)?

¿Cuánto quiere?

¿Algo más?

Aquí tiene.

Lo siento, hoy no tengo.
Son 160 pesos.
Oef. 2d Completar las frases del cliente
Cliente                                                    Vendedor
29
Quería
Deme

Slide 11 - Slide

Werkwoorden met klinkerwisseling
Querer (willen)

quiero
quieres
quiere
queremos
queréis
quieren

Preferir (voorkeur geven aan/ hebben voor)

prefiero
prefieres
prefiere
preferimos
preferís
prefieren
Bij sommige werkwoorden verandert de stamklinker als de klemtoon op de stam valt. De uitgangen blijven regelmatig.
Denk aan het werkwoord TENER
Werkwoorden met klinkerwisseling 
Quería is een beleefheidsvorm van querer
ía = uitgang imperfecto (vt)

Slide 12 - Slide

            ¿Prefieres el vino blanco o tinto?
              Blanco, ¿y tú?
              Yo también./ Yo tinto
1. la cerveza con o sin alcohol
2. el agua con gas o sin gas
3. el aceite o la mantequilla
4. el zumo de naranja o de manzana
5. el café con o sin azúcar
Pag. 45. oef. 3

Slide 13 - Slide

1. El fútbol o el baloncesto
2. La pizza o las patatas fritas
3. Ver películas o leer un libro
4. El frío o el calor
5. El hip-hop o el pop
6. La música de Beyoncé o la música de Adele
7. Hablar español o hablar alemán

Slide 14 - Slide

0

Slide 15 - Video

El carnaval en España
Ingredientes orejas de carnaval:
250 gr de harina de trigo
50 gr de mantequilla
25 ml de licor de anís o aguardiente
100 ml de agua tibia
60 gr de azúcar glass
1 huevo
Ralladura de limón
Sal

Slide 16 - Slide

DEBERES
TB:
p.45, ej.4 : Oefenen om in de les te doen ( kijk WB ej. 9a).
p. 48, ej. 9, 10 : En el supermercado: Hoeveelheden en verpakingen: Kijken en  woordjes leren.
WB:
p. 43, ejs. 1,2,3
p. 44, ej. 5,6,7
p. 45, ej. 8, 9a/b

Slide 17 - Slide

Buenas Vacaciones de Carnaval

Slide 18 - Slide