§7.1 Krachten herkennen

• Natuurkunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Vandaag

Korte herhaling §4 (5 min) + oefen opgave (2 min)

Rekenmachine, pen en papier in de aanslag.

Uitleg §7.1 (15min) 

Aan de slag in teams (30 min)

Oefen opgave in lessonup

Vragen? eerste 15 min in de hoofdmeet

Daarna in de teams (even hand omhoog)

Na de presentatie voor vragen handje omhoog

Bereken de stopafstand
van deze beweging

§7.1 Leerdoel

Je kan verschillende soorten krachten herkennen en je weet hoe deze werken

Krachten herkennen

Het woord krachten kunnen we afkorten met de letter: F

Een kracht drukken we uit in de eenheid Newton 

(N)

Krachten kunnen:

• Een voorwerp laten versnellen of vertragen

• Een voorwerp van richting laten veranderen
• Een voorwerp van vorm veranderen

Krachten die elkaar opheffen

• Twee krachten die tegen elkaar inwerken.
  
• Het voorwerp blijft dan stilstaan.
  

Er zijn veel soorten krachten

Magnetische kracht

Werkt tussen magneten of 

tussen een magneet en een 

ijzeren voorwerp.

Elektrische kracht

Als je droog haar kamt, 

trekt de kam het haar aan

                                        Zwaartekracht

                                           Laat voorwerpen omlaag vallen

Kleefkracht

- Ken je van plakband en lijm

                                              

                                           Veerkracht

                                               Tegenkracht om veer 

                                               weer in vorm te krijgen

Spankracht

Een touw levert kracht om 

het weer in oorspronkelijke 

vorm te krijgen

                                                       Wrijvingskracht

                                                       Kracht die beweging 

                                                       tegenwerkt

Luchtweerstand

Voel je als je door lucht beweegt

G-krachten

Krachten die je ervaart als gevolg van een  richtingsverandering of een versnelling

Wat voor kracht wordt hier
gebruikt?

1. Kleefkracht
2. Elektrische kracht
3. Magnetische kracht
4. Zwaartekracht

Wat voor kracht wordt hier
gebruikt?

1. Veerkracht
2. Luchtweerstand
3. Wrijvingskracht
4. Kleefkracht

Wat voor kracht wordt hier
gebruikt?

1. Magnetische kracht
2. Veerkracht
3. Zwaartekracht
4. G-kracht

Wat voor kracht wordt niet hier
gebruikt?

1. Zwaartekracht
2. Spankracht
3. Elektrische kracht
4. Spierkracht

Welke van deze krachten werken niet op afstand?

1. Magnetische kracht
2. Luchtweerstand
3. Elektrische kracht
4. Zwaartekracht

Welke kracht werkt hier?

1. Kleefkracht
2. Zwaartekracht
3. Duwkracht
4. Elektrische kracht

Wat gebeurd als twee krachten elkaar opheffen?

1. Voorwerp beweegt niet
2. Voorwerp versnelt in richting van kracht
3. De resultante kracht wordt meer
4. Timetravel