Duits les 1

• Duits
• Basisschool
• Groep 7

Wiederholung

Guten Tag!             Goede dag!

Wie heisst du?      Hoe heet jij!

Ich heisse...   .         Ik heet...

Wo wohnst du?    Waar woon je?

Ich wohne in ... .     Ik woon in....  .

Wie alt bist du?      Hoe oud ben jij?

Ich bin vierzehn, fünfzehn, sechzehn, siebzehn Jahre alt.

Wie geht es dir?    Hoe gaat het met je?

Mir geht es gut.      Met mij gaat het goed.

Duisland

Zahlen

Wie geht es dir?

Mir geht es gut.     Met mij gaat het goed.

Mir geht es super.   Met mij gaat het super.

Mir geht es nicht gut.  Mij mij gaat het niet goed.

Hoe heet de hoofdstad van Duitsland?

Wordt deze kleding nog steeds gedragen?

Ja

Nee

Soms

Beieren 

- Alpen

- Lederhozen

-Dirndl

- Oktoberfeest

Lederhose

- hoed= Filzhut

 - overhemd= Hemd 

-Lederhose

- sokken= Socken

Dirndl

- bloes/blouse= Bluse 

- strik= Schleife  ( met een geheime boodschap)

- Dirndl

- schort= Schürze

Bluse 

Schürze

Schleife

Dirndl

Hemd

Filzhut

Lederhose

Socken