Het ademhalingsstelsel Les 2

Het ademhalingsstelsel
Les 2:
Presentatie: via google meet
Smartphone: code LessonUp
1 / 41
next
Slide 1: Slide
VerzorgingSecundair onderwijs

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Het ademhalingsstelsel
Les 2:
Presentatie: via google meet
Smartphone: code LessonUp

Slide 1 - Slide

De inademing:
A
Verkleint de borstholte
B
Vergroot de buikholte
C
Verkleint de buikholte
D
Vergroot de borstholte

Slide 2 - Quiz

De uitademing:
A
Verkleint de buikholte
B
Vergroot de buikholte
C
Verkleint de borstholte
D
Vergroot de buikholte

Slide 3 - Quiz

Slide 4 - Slide

Welke ademhaling is dit?

Slide 5 - Open question

Een verhoogde zuurtegraad in ons bloed betekent:
A
Er is te veel zuurstof in ons bloed
B
Er is te veel koolstofdioxide in ons bloed
C
Er is te weinig zuurstof in ons bloed
D
Er is te weinig koolstofdioxide in ons bloed

Slide 6 - Quiz

Slide 7 - Slide

Observatie van de ademhaling 

Slide 8 - Slide

Wat zouden we kunnen observeren van onze ademhaling?

Slide 9 - Mind map

Observatie
  1. Frequentie
  2. Ritme
  3. Diepte
  4. Geluid
  5. Beweging van lichaamsonderdelen
  6. Aanwezigheid van fluimen 

Slide 10 - Slide

1. Frequentie
Belangrijk dat zorgvrager dit vooraf niet weet dat je de ademhalingen per minuut wilt bepalen

Patiënt ligt hiervoor het beste op zijn rug

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Bradypnoe
Tachypnoe
Geen ademhaling
Te trage ademhaling
Te snelle ademhaling
Apnoe

Slide 13 - Drag question

Slide 14 - Slide

Bij inspanning verhoogt de AH-frequentie zodat er voldoende O2 kan worden opgenomen en CO2 kan afgegeven worden

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Wat kan je uit voorafgaande tabel besluiten?
Cursus blz. 12
AH-frequentie < van geboorte tot +/-12j. Volwassene stabiel
Ademhalingsfrequentie van pasgeborene is < bij kleuters
Ademhalingsfrequentie van kleuters is > kinderen 12j

Slide 17 - Poll

2. Ritme 
Normaal: gelijk en regelmatig tempo

Slide 18 - Slide

3. Diepte
Ademhaling: diep of oppervlakkig zijn
=> afhankelijk van de nood aan zuurstof en de nood aan afgifte van koolstofdioxide. 


Slide 19 - Slide

Hyperventilatie / Dyspnoe 
Bij hyperventilatie en dyspnoe klopt de VERHOUDING tussen diepte en nood aan zuurstof NIET 

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Link

Wat is er gebeurd in het filmpje?

Slide 22 - Open question

Slide 23 - Slide

Wat heb je gezien op de afbeelding?

Slide 24 - Open question

Hyperventilatie: 
Onnodig te snel en te diep ademen waardoor te veel zuurstof wordt opgenomen en te veel koolstofdioxide het lichaam verlaat. 
=> Dit heeft invloed op de zuurtegraad van het bloed 

Slide 25 - Slide

Dyspnoe
Benauwdheid, de zorgvrager heeft het gevoel van te weinig zuurstof binnen te krijgen

Slide 26 - Slide

4. Geluid
Normaal: geen geluid 
Bepaalde aandoeningen: piepende of reutelende ademhaling
=> dit moet je als zorgverlener OBSERVEREN en RAPPORTEREN! 

Slide 27 - Slide

4. Geluid
Snurken: spieren van de keelholte minder actief zijn + waardoor de slijmvliezen van de keelholte gaan trillen bij de ademhaling. 

Hoesten: kan duiden op een onderliggende aandoening van het ademhalingsstelsel 

Slide 28 - Slide

5. Beweging van lichaamsonderdelen: 
Afhankelijk van welk type ademhaling: borst/buik ademhaling
=> bij volgende bewegingen: nood aan extra zuurstof + moeilijkheden met ademen! 
* Neusvleugelbewegingen
* Handen vasthouden aan de omgeving of op de kniien legen zodat extra spieren kunnen geactiveerd worden om de borstkas open te zetten 

Slide 29 - Slide

6. Observatie van fluimen: 
Belangrijke observaties bij het ophoesten van slijm: 
  • Kleur
  • Geur
  • Hoeveelheid 

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Slide

Blz. 15 Invuloefening

Slide 34 - Mind map

De neusholte 
De voorste uitwendige neusopeningen (neusgaten) verbinden de neusholte met de buitenlucht. 
Het gehemelte scheidt de neusholte van de keelholte. 
De neusholte wordt door een verticale wand, het neustussenschot, in twee helften verdeeld. Bovenaan de neusholte bevinden zich zintuigcellen waarmee je kunt ruiken. De buis van Eustachius verbind de middenoorholte met de neus-keelholte. 

Slide 35 - Slide

De neusholte
De neusholte staat in verbinding met enkele neusbijholten. Dit zijn holten in botten zoals de bovenkaak en het voorhoofdsbeen. Zo'n holte noemen we een sinus. 

Slide 36 - Slide

Functie van de neusholte: 
1. Bevochtigen en verwarmen van ingeademde lucht
2. Zuiveren van de ingeademde lucht
3. Ruiken 

Slide 37 - Slide

Bevochtigen van lucht 
Verwarmen van lucht 
Verwijderen van stofdeeltjes en MO
Ruiken (giftige stoffen) 
Neusslijmvlies
Bloedvaatjes
Slijmvlies en trilhaartjes 
Reukslijmvlies 

Slide 38 - Drag question

Viervoudige functie neus: 
1. Bevochtigen van lucht => neusslijmvlies
2. Verwarmen van lucht => bloedvaatjes
3. Verwijderen van stofdeeltjes en MO (micro organismen) => slijmvlies en trilhaartjes 
4. Ruiken (giftige stoffen) => reukslijmvlies 

Slide 39 - Slide

Vraag blz. 17 
Je kan beter door je neus inademen dan door je mond? 



Omwille van verschillende functies van de neus 

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide