Voor - en achtervoegsels

De stijl van een schrijver noemen we ook wel de manier van schrijven.
A
Waar
B
Niet waar
1 / 17
next
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De stijl van een schrijver noemen we ook wel de manier van schrijven.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 1 - Quiz

Ik zit al een eeuw op je te wachten.
A
Overdrijving
B
Opsomming (in drieen)

Slide 2 - Quiz

Het motto van de landen Frankrijk en Haïti is 'vrijheid, gelijkheid en broederschap'.
A
Overdrijving
B
Opsomming (in drieen)

Slide 3 - Quiz

Wat is een leenwoord?
A
Een woord dat je kan lenen
B
Een woord dat van een ander land afkomstig is
C
Een leenwoord is een leenwoord
D
Geen idee

Slide 4 - Quiz

Wat is jongerentaal?
A
Taal van een jongen
B
Geleende woorden uit het Surinaams, Turks, Marokkaans, etc.
C
Straattaal
D
Taal die gesproken wordt door jonge mensen

Slide 5 - Quiz

Wat betekent ´fatoe´?
A
Grapje
B
Leugen
C
Iemand pijn doen

Slide 6 - Quiz

Sleep de juiste betekenis naar het voor/achtervoegsel.
mis
on
wan
her
slecht / verkeerd
niet
geen/slecht
nog een keer

Slide 7 - Drag question

sleep het juiste achtervoegsel naar het woord en maak er een zelfstandig naamwoord van
vieren
-heid
-ig
-ing
-isch
-sel
-teit

Slide 8 - Drag question

Samenstelling
Voorvoegsel
Achtervoegsel
Woord + woord
Woord + stukje
Stukje + woord
Hopeloos
Onbedoeld
Schooltas

Slide 9 - Drag question

Hondenbelasting
Samengesteld woord
Achtervoegsel
Voorvoegsel

Onherkenbaar
Vriendloos
Hertentamen

Slide 10 - Drag question

Woorden met voorvoegsel
Woorden met achtervoegsel
waardevol
eindeloos
herexamen
herinneren
onnodig

Slide 11 - Drag question

Woord met achtervoegsel
Woord zonder achtervoegsel
bruikbaar
tafelkleed
waardeloos
pindasaus
smaakvol
kritisch
moedig
wangedrag

Slide 12 - Drag question

Tussen wal en schip raken
A
Dat is onzin
B
Dat is veel te mooi in deze situatie
C
In de problemen raken
D
Te laat zijn

Slide 13 - Quiz

Dat raakt kant noch wal
A
Dat is onzin
B
Dat is veel te mooi in deze situatie
C
In de problemen raken
D
Te laat zijn

Slide 14 - Quiz

De boot missen
A
Dat is onzin
B
Dat is veel te mooi in deze situatie
C
In de problemen raken
D
Te laat zijn

Slide 15 - Quiz

Dat is als een vlag op een modderschuit
A
Dat is onzin
B
Dat is veel te mooi in deze situatie
C
In de problemen raken
D
Te laat zijn

Slide 16 - Quiz

Wat is een thematische uitdrukking?

Slide 17 - Open question